De Amsterdamse Exchange Index (AEX) is de belangrijkste graadmeter van de Nederlandse beurs, maar geen afspiegeling van de (Nederlandse) economie. Dat is altijd al zo geweest. Bij de start in 1983 hadden grote multinationals als Koninklijke Olie en Unilever een zwaar gewicht in de index. Lange tijd bestond de helft van de index uit activiteiten in de Verenigde Staten, waardoor de AEX gevoeliger voor de Amerikaanse dollar was dan Microsoft. Voor de Grote Financiële Crisis had de AEX de twijfelachtige eer wereldwijd de index met het hoogste percentage banken en verzekeraars te zijn, bijna 50 procent. Nu hebben ING, ABN Amro, Aegon, NN en ASR bij elkaar een gewicht van 6,5 procent.
De AEX staat nu op de stand van iets meer dan 12 jaar geleden. Dat is ook het niveau van 21 jaar geleden. Eind 1998 sloot de AEX dat jaar op 538 punten. Dat zijn europunten, in guldens was de eindstand 1215 punten. In 1999 werd op de financiële markten de euro ingevoerd. Meer dan twintig jaar is heeft de AEX-belegger alleen dividend ontvangen. Op basis daarvan moeilijk worden gesteld dat de AEX-belegger heeft geprofiteerd van de komst van de euro.
Inmiddels is het gewicht van de vijf IT-aandelen in de AEX gestegen tot boven de 30 procent. Dat zijn ASML, Prosus, Adyen, Just Eat Takeway en Asmi. Eind 2007, toen de helft van de AEX uit financials bestond, had ASML een gewicht van twee procent. De andere vier IT-bedrijven bestonden nog niet of waren geen onderdeel van de AEX. Inmiddels is ASML het grootste fonds in de AEX. Het bedrijf heeft geen enkele omzet in Nederland. Vooral Azië is voor ASML van belang. In 2007 had het bedrijf nog concurrenten, inmiddels is het feitelijk een monopolist in een veel grotere markt. Prosus heeft ook geen Nederlandse activiteiten, 89 procent van de intrinsieke waarde (waarop de koers een discount doet van 32 procent) bestaat uit een belang in het Chinese Tencent. Het bedrijf heeft een oorlogskas van $ 9 miljard. In de vorige twee crises heeft het goed gekocht met respectievelijk 57 procent IRR op Tencent en 18 procent IRR op Allegro. Prosus wordt waarschijnlijk dit jaar in de Stoxx 50-index opgenomen, een veel belangrijker index dan de AEX. De Nederlandse activiteiten van Adyen en Asmi zijn verwaarloosbaar. Zelfs voor Just Eat TakeAway is Nederland niet meer de grootste markt.
De IT-sector en Azië worden steeds belangrijker in de AEX. Vergeleken met andere indices is het gewicht van de financials nu laag. Die verdeling verklaart ook het sterke koersherstel. Wie de vijf IT-namen had gekocht staat dit jaar 16 procent hoger, de vijf banken en verzekeraars staan 43 procent lager. Het vreemde is dat een daling van 43 procent zou worden gezien als een goede afspiegeling van de economie, maar een stijging van 16 procent na een meer dan twintig jaar zijwaartse beweging als overdreven. Gelukkig is de Nederlandse beurs geen afspiegeling van de Nederlandse economie, maar is ze nu eindelijk eens goed gepositioneerd.
Photo by Nick Scheerbart on Unsplash