Europa loopt voorop op het gebied van duurzaamheid. De Europese Commissie komt met een ‘green new deal’, het Europese parlement heeft de noodtoestand voor het klimaat uitgeroepen en zelfs de ECB ziet de klimaatcrisis tegenwoordig als onderdeel van het monetaire beleid. Dit zal de komende jaren er voor zorgen dat met duurzaam beleggen een hoger rendement valt te behalen dan met traditioneel beleggen. Twee redenen. De eerste is dat steeds meer beleggers duurzaam gaan beleggen, zelfs als ze nog worstelen met duurzaamheid. Het actieplan van de EU stelt regels met betrekking tot duurzame informatievoorziening en duurzame classificatie. Iedereen gaat werken met dezelfde duurzame benchmarks. Naast de nieuwe regelgeving wordt bestaande regelgeving waaronder UCITS, AIFMD en MifID II aangepast. Er stroomt dus veel geld naar een geconcentreerde groep duurzame aandelen en obligaties. De tweede reden is dat er ook wetgeving komt die bedrijven rechtstreeks raakt. Zo gaat bijvoorbeeld de heffing op CO2-uitstoot omhoog en daar heeft een bedrijven met een grote carbon footprint meer last van dan een CO2-neutraal bedrijf.
Het risico van regelgeving in de financiële wereld is dat er bij een fout direct sprake is van een systeemfout die kan leiden tot een systeemcrisis. Zo hoefden banken volgens het Bazelcomité geen eigen vermogen aan te houden voor Griekse staatsleningen. Zonder dit kleine detail zou er geen eurocrisis zijn geweest. Het probleem van regelgeving is namelijk dat iedereen hetzelfde doet, terwijl de kracht van een markt juist zit in diversiteit, verschillende vragers en aanbieders die bij elkaar komen. Diversiteit maakt het systeem sterker, niet zwakker. Juist duurzaamheid leent zich voor uiteenlopende opvattingen, opvattingen die zich bovendien voortdurend verder ontwikkelen. Het risico is dan ook dat vastlegging in wet- en regelgeving ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid in de weg staan. Het duurt immers even voordat de wet wordt aangepast. De kans dat er fouten staan in de duurzaamheidswetgeving is ook groter dan bij andere wetgeving, een direct gevolg van de uiteenlopende opvattingen ten aanzien van duurzaamheid.
Wat opvalt in de nieuwe wetgeving is dat deze zich toespitst op de milieucomponent en nauwelijks op de sociale component van duurzaamheid. Wat dat betreft lijkt de regelgeving nu al haar voeling met de maatschappij te verliezen. De gele hesjes in Frankrijk demonstreerden immers in de eerste plaatst tegen hogere brandstofaccijnzen. De Coronacrisis maakt duidelijk dat de sociale component steeds belangrijker wordt. Juist bij efficiënte, duurzame bedrijven werken minder mensen dan bij niet-duurzame bedrijven. De Europese nadruk op groen draagt bij aan het winner-takes-all-kapitalisme. Monopolistische concentraties die zorgen voor het verdwijnen van veel gewone banen. Weinig personeel betekent immers minder kans op stakingen, minder problemen met de vakbonden, een minder grote loonkloof, minder kantoren, minder fabrieken, minder woon-werkverkeer, een lagere carbon footprint en een hogere ESG-score. Windmolens hebben en positieve impact op het milieu, maar vaak een negatieve sociale impact. Milieumaatregelen vergroten de inkomensverschillen en zorgen ze voor verdere divergentie tussen het groene Noorden en het grijze Zuiden. Wellicht is het allemaal niet zo bedoeld, maar dat betekent dan dat er niet goed over is nagedacht, net als in het Bazelcomité over de behandeling van Griekse leningen.
Ondanks de negatieve sociale impact zal de verschuiving naar duurzaam beleggen er voor zorgen dat hiermee een hoger rendement kan worden behaald dan op reguliere beleggingen. Een verbetering van de rendement-risicoverhouding is dan ook de enige reden waarom vermogensbeheerders duurzaam beleggen nu moeten omarmen. Maar de ijver waarmee verschillende betrokkenen het duurzaam beleggen omarmen, lijkt meer te maken hebben met de eigen carrièrerisico’s dan met het vooropstellen van het belang van de maatschappij of de eindbelegger. Juist bij zo’n complex vraagstuk als duurzaamheid is het van belang dat er voortdurend over wordt nagedacht. Op het moment dat duurzaamheid in de wet wordt verankerd, stopt de financiële sector maar al te vaak met nadenken. Regels zijn er immers om te worden nageleefd.
Photo by Anna Jiménez Calaf on Unsplash