British American Tobacco (BAT) probeert om nieuwe klanten aan de ‘non-burning products’ te krijgen. Afgelopen kwartaal is dat goed gelukt. Er kwamen 1,4 miljoen nieuwe klanten bij. In totaal zijn er nu 15 miljoen klanten die aan het ‘vapen’ zijn. De e-sigaret wordt weggezet als gezond alternatief voor gewone sigaretten en het als zodanig framen daarvan wordt de tabaksindustrie kwalijk genomen. BAT maakt op de e-sigaret nog geen winst, alles wordt ingezet op de groei. Er wordt wel winst gemaakt op sigaretten, maar die markt krimpt wereldwijd met 3 procent per jaar. Alleen in landen als Pakistan, Bangladesh en Vietnam is er nog sprake van groei, maar afgezien daarvan is wereldwijd tabak de sigaar. Tabaksbedrijven hebben hun ‘license-to-operate’ verloren. Jarenlang was het een ideale markt voor beleggers. Streng gereguleerd, zodat er hoge barrières zijn voor nieuwe toetreders, konden de fabrikanten hun producten verkopen. Nicotine is verslavender dan heroïne, hogere prijzen hebben nauwelijks effect op de vraag. Verslaving is bovendien een ideaal repeterend bedrijfsmodel met ook nog eens lage kosten voor reclame en marketing, simpelweg omdat dat was verboden. Maar met de lancering van de verantwoorde ontwikkelingsdoelen bleek dat de tabaksindustrie op vrijwel elk van die 17 doelen in de fout gaat. Rechtszaken en documentaires over de vele misstanden hebben resultaat. Het aantal rokers krimpt.
Duurzame beleggers mijden tabaksproducenten. Nu duurzaamheid zo populair is geworden, komt de vraag al snel op wie er nog in de tabaksindustrie investeert. Het zijn niet de ‘sin-funds’ die bewust beleggen in verslavende producten. De grootaandeelhouders van de tabaksindustrie zijn de indexbeleggers. Wie kijkt naar de aandeelhouders van Philip Morris (Marlboro) ziet dat de leveranciers van indexfondsen en etf’s vertegenwoordigd zijn, pro rata het marktaandeel van deze indexbeleggers. Duurzame beleggers dienen zich te realiseren dat deze vaak grote asset-managers tegelijkertijd de belangrijkste aandeelhouders zijn in de tabaksindustrie. Overigens geldt dat ook voor andere niet-duurzame activiteiten. Leveranciers van index-producten beleggen groot in kolenmijnen, fossiele brandstoffen en zelfs in producenten van controversiële wapens. Nu staan diezelfde asset-managers zich erop voor dat ook zij duurzaam zijn. In de afgelopen jaren hebben ze een hele range aan duurzame beleggingsfondsen in de markt gezet die gretig aftrek vinden. Duurzaamheid op indexgebied vullen ze in met ‘engagement’, maar het ultieme besluit wanneer ‘engagement’ niet meer werkt, zullen ze nooit nemen. Dat is namelijk het verkopen van de aandelen van tabaksproducenten en dat doen passieve beleggers niet. Uiteraard zijn er ook duurzame indices, maar dat marktaandeel is – gelet op de forse belangen van indexfondsen in de tabaksindustrie – kennelijk nogal klein.
Op 18 maart 2007 maakte een uitzending van Zembla duidelijk dat veel institutionele beleggers investeren in zaken die maatschappelijk gevoelig liggen. Veel gevoeliger waren de beschuldigingen aan het adres van een fonds dat zich uitsluitend richt op de kankerbestrijding, maar tegelijkertijd wel belegde in de tabaksindustrie. Deze aandacht in de media heeft ervoor gezorgd dat institutionele beleggers, die verantwoording moeten afleggen aan de maatschappij, er alles aan doen om dergelijke media-aandacht te ontlopen. Zij lopen daarom voorop als het gaat om duurzaam beleggen en die beleggingen worden vaak bestempeld als 100 procent duurzaam. Duurzaamheid beperkt zich echter niet tot het label, het is een overtuiging. Voor de echt duurzame belegger moet de hele keten duurzaam zijn. Dan is het toch bijzonder dat veel van deze zogenaamd duurzame beleggers zakendoen met de asset-managers die tegelijkertijd de grootste investeerders zijn in de tabaksindustrie of in welk ander niet-duurzaam bedrijf dan ook. Wellicht dat ze in hun rol van invloedrijke klant deze asset-managers kunnen bewegen om echte stappen te zetten op het gebied van duurzaamheid. Dat is pas engagement. Overigens staat het deze grote beleggers vrij om te stemmen met de voeten, er zijn voldoende asset-managers te vinden die geen grootaandeelhouder zijn in de tabaksindustrie.
Photo by Nizar Zulmi on Unsplash