Financiële markten hebben moeite om geopolitieke ontwikkelingen zoals een oorlog juist te waarderen. Tegenover de grote kans dat iets met een sisser afloopt, staat altijd een kleine kans op een gitzwart scenario. Oorlog is in principe een eenmalige gebeurtenis. Beleggers zijn getraind om door eenmalige gebeurtenissen heen te kijken. Emoties lopen tijdens een oorlog hoog op en dan loont het soms om contrair te denken. Baron Rothschild stelde dat het tijd is om te kopen als het bloed door de straten stroomt en tijd om te verkopen bij het geluid van de trompetten. Toch zijn er op dit moment weinig beleggers die aandelen van Russische banken kopen, ondanks het feit dat ze heel goedkoop zijn.
De vlieger van baron Rothschild gaat niet altijd op. Het was niet verstandig om te kopen bij de start van de twee wereldoorlogen, net zo min als het verstandig was om te verkopen bij het einde daarvan. Ook financiële markten hadden bij aanvang van beide oorlogen geen vermoeden hoe extreem die oorlogen zouden verlopen. Het waren oorlogen die zorgden voor grote veranderingen in de maatschappij. Het is alleen verstandig om te kopen bij het eerste kanonschot, wanneer vlak daarvoor spanningen hoog zijn opgelopen en wanneer bij de start van het conflict snel duidelijk is geworden wie aan de winnende hand is. De start van het conflict is dan vreemd genoeg een moment van verademing. Dan is het bezit zaak, einde van het vermaak. Dat was het geval bij de start van de eerste Golfoorlog. Op het moment dat Amerikaanse kruisraketten feilloos doel troffen in Bagdad, stegen de aandelenkoersen. Financiële markten voorzagen een snelle winst van de Amerikanen.
Tegenwoordig hebben centrale bankiers een steeds grotere invloed op de financiële markten. Een oorlog zorgt er nu al snel voor dat centrale bankiers het monetaire beleid gaan verruimen. De aanslagen van 11 september 2001 zorgden mede daardoor uiteindelijk voor een hausse in vastgoed en in financials. Die zeepbel werd in 2008 doorgeprikt. De oorlog tegen het coronavirus startte met een spectaculair snelle koersdaling van 35 procent, maar werd dankzij massale steun van centrale bankiers werd dit gevolgd door een al even spectaculaire stijging. Op dit moment lijkt de ruimte voor centrale bankiers, zeker gezien de scherp oplopende inflatie beperkt. Toch zullen centrale bankiers altijd financiële stabiliteit verkiezen boven het bestrijden van oplopende inflatie.
De vraag blijft hoe financiële markten in de toekomst zullen reageren op de oorlog in Oekraïne. De basis is nog altijd dat markten een hekel hebben aan onzekerheid. Deze oorlog kan snel eindigen of tientallen jaren duren. In theorie kan de conventionele oorlog in Oekraïne zelfs morgen eindigen of uitdraaien op de Derde Wereldoorlog. Wie kijkt er in zo’n omgeving nog naar de bedrijfswinsten voor 2023. Veel beleggers hebben verkocht en wachten tot alles voorbij is, maar helaas is dat vaak te laat. Op het moment dat risico’s elke dag breed worden uitgemeten in de media, wordt een risico vaak een kans. Niet omdat de situatie fundamenteel is veranderd, maar omdat al die kennis over het conflict zorgt voor minder onzekerheid. Verder raken ook beleggers op een gegeven moment immuun voor slecht nieuws. Vergelijk het met de coronacrisis. Er zijn verschillende coronagolven geweest na de eerste coronagolf, maar nooit reageerde financiële markten zo extreem als tijdens de eerste golf. Inmiddels staan de koersen op de aandelenmarkt hoger dan bij het begin van het conflict, het lijkt erop dat de markt meer weet.
Op het moment dat alle onzekerheid is verdwenen, neemt vreemd genoeg het risico weer toe. In dat opzicht lijkt de situatie nu op die tijdens de tweede helft van de jaren negentig. Ook toen zaten we midden in een IT-gedreven rally, met scherpe tussentijdse correcties als gevolg van de Aziëcrisis en een jaar later de LTCM-crisis. Er werden snel oplossingen gevonden, waaronder maatregelen van de centrale bank om het probleem te immuniseren en de markt met liquiditeit te ondersteunen. Eerst werden beleggers verrast door de kracht van het liquiditeitsgedreven herstel, dat terwijl er toen echt alternatieven waren zoals staatsobligaties met een positieve reële rente. Met de euforie verdween de onzekerheid en dat vormde de basis voor een volgende correctie als gevolg van een nieuwe crisis. Die werd aangepakt met nog meer liquiditeit wat uiteindelijk leidde tot een zeepbel van ongekende proporties. Op de piek van de markt stond de rente op een tienjaars Amerikaanse staatslening tegen de 6 procent. Dat is nu wel anders, maar dat betekent dat er waarderingstechnisch meer rek is dan toen. Als de situatie van de tweede helft van de jaren negentig zich herhaalt, bijvoorbeeld omdat er sprake is van een grote rotatie van obligaties naar aandelen, dan krijgt deze bull-markt nog een spectaculair vervolg.