Het voorspellen van koersen op een termijn van een jaar is vragen om ongelukken. Toch proberen velen dit elk jaar opnieuw, vaak ongehinderd door kennis uit het verleden en meestal ook zonder al te veel begrip voor het heden. Van de toekomst weten ze opeens alles. In een tijd met negatieve rentes is dat ook niet zo vreemd, dan is de toekomst immers meer zeker dan het onzekere heden. Economen, beleggingsstrategen en analisten komen deze tijd van het jaar met uitgesproken voorspellingen. Beleggers doen er goed aan om deze voorspellingen te negeren.
Laten we eerst eens kijken wat een jaar geleden werd voorspeld. Na een correctie op de aandelenmarkt in het vierde kwartaal van 2018 was de consensus uiterst terughoudend. Eind 2018 stond elke belegging, afgezien van kas, immers in de min. De stemming zat er goed in. Dat waren beleggers sinds de start van de bull-markt in 2009 niet meer gewend.
Veel werd opgehangen aan voorspellende waarde van de omgekeerde rentecurve. Het is een mooi voorbeeld dat correlatie niet hetzelfde is als causaliteit. Het aantal recessies dat correct is voorspeld door een omgekeerde rentecurve is te klein om statistisch significant te zijn. Sinds de jaren zestig zijn er in de Verenigde Staten zeven recessies geweest. Aan elke recessie ging een inverse rentecurve vooraf, maar er waren ook inversies zonder recessie. Voor sommige recessie was een duidelijke oorzaak zoals de escalatie van de oorlog in Vietnam in 1969, het restrictieve beleid van de Fed na de komst van Paul Volcker in 1979, de invasie van Koeweit in 1990 en de kredietcrisis in 2007. Alleen de recessies in 1973, 1980 en 2001 werden mede veroorzaakt door monetair beleid met gevolgen voor de rentecurve. Buiten de Verenigde Staten is er zelfs geen enkele correlatie tussen inverse curves en recessies.
Toch wil iedereen onsterfelijk worden met het correct voorspellen van de volgende recessie. Een leuk tijdverdrijf voor economen, maar onverstandig voor beleggers om daarnaar te luisteren.
Verder was iedereen somber over Europa door de Brexit en de situatie in Italië. De euro en daarmee ook de Europese Unie zouden mogelijk de volgende recessie niet overleven. Die risico’s zijn in de loop van het jaar duidelijk afgenomen. Buitenlandse beleggers hebben geen excuus meer om niet in Europa te beleggen.
Ook zou de Fed, het stelsel van Amerikaanse centrale banken, de beleidsrente dit jaar meerdere keren zou verhogen. Eind 2018 bleek Powell bepaald gevoelig voor de ontwikkeling op de financiële markten. Onder het motto van financiële stabiliteit draaide de Amerikaanse centrale bank 180 graden. De rente ging omlaag en niet omhoog en de Fed-put is sterker dan ooit.
Toch zou het jaar 2019 een mager beleggingsjaar worden. Sommigen gingen zelfs zo ver om te voorspellen dat cash de best presterende asset class van 2019 zou worden. Stijgende rentes, stagnerende winsten en weinig ruimte voor hogere waarderingen. De titel van het Fondsnieuws Investment Outlook 2019 vatte de stemming een jaar geleden mooi samen: Is the party over?
Het kan verkeren. Dit jaar zal waarschijnlijk het beste beleggingsjaar zijn sinds de start van de bull-markt. Het is opvallend hoe lang velen negatief bleven, ook gedurende het jaar. De bull-markt die gestart is in 2009 was al nooit geliefd, maar niemand wil tegen het voorspelde einde instappen. Toch leert het verleden dat juist tegen het einde van een bull-markt de beste rendementen worden behaald. De top wordt immers bereikt wanneer de euforie piekt. De grote terughoudendheid zorgt juist voor de muur van angst die de bull-markt nu eenmaal moet beklimmen.
Tegen het einde van de bull-markt wordt het rendement vooral bepaald door stijgende waarderingen Gelet op de piek-waarderingen in het verleden in combinatie met de extreem lage rente kunnen aandelen, zelfs vanaf deze niveaus nog veel verder stijgen.
In de Verenigde Staten is 2020 een verkiezingsjaar, meestal een goed jaar voor beleggers. Het lijkt nu te gaan tussen Donald Trump en Elizabeth Warren, een Democraat die door veel beleggers nog meer wordt gevreesd dan Trump.
Het meest genoemde risico voor volgend jaar is de handelsoorlog, maar juist omdat het zo vaak wordt genoemd is dat risico niet zo groot. Een risico dat niet wordt genoemd is inflatie. In de Verenigde Staten is de inflatie al op het hoogste punt in tien jaar en stijgende lonen, oplopende voedselprijzen door klimaatproblemen en hogere olieprijzen door een aantrekkende economie helpen dan niet. Maar de mix van uitbundig monetair beleid, een aantrekkende wereldeconomie en terughoudende beleggers vormt een stevige basis voor verder stijgende koersen.
Dat begint al verdacht veel op een voorspelling voor het komende jaar te lijken. Beter is het om te houden bij de uitspraak die wordt toegeschreven aan zowel John D. Rockefeller als J.Pierpont Morgan. Op de vraag wat de markt zal doen was het antwoord: “Young man, I believe the market is going to fluctuate.”
Photo by Freddy Marschall on Unsplash text here.