In de Verenigde Staten is het aantal beursgenoteerde bedrijven in de afgelopen twintig jaar gehalveerd. Dat is het gevolg van minder nieuwe noteringen (IPO’s) en meer fusies en overnames, inclusief het van de beurs halen door private equity-bedrijven. Het aantal genoteerde biotechbedrijven is tegen de trend in verdubbeld. Na het uiteenspatten van Biotechbubbel in 2015 staat de techniek bovendien niet stil. Dankzij CRISPR-CAS, Big Data en kunstmatige intelligentie gaat het ontwikkelen van nieuwe medicijnen steeds sneller.
Meer biotech-IPO’s
Een steeds groter deel van de aandelenmarkt bestaat uit biotech. Vooral in de laatste vijf jaar gaat het hard, twee op de vijf IPO’s is een biotechbedrijf. Twintig jaar geleden had nog geen twee procent van de beursgenoteerde bedrijven in de VS een biotechachtergrond, nu is dat al bijna tien procent. Een biotechbedrijf moet naar de beurs omdat het geld nodig heeft. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar veel andere bedrijven vragen tegenwoordig pas een notering aan als ze al geld verdienen. Die bedrijven zoeken vooral liquiditeit voor bestaande aandeelhouders die wel eens willen cashen.
Sterke groei biotechmedicijnen
Na de uiteenrafeling van het menselijk DNA richten biotechbedrijven zich succesvol op specifieke ziektes, waarbij CRISPR-CAS zorgt voor verdere stroomversnelling. De markt voor biologische medicijnen zal daardoor veel sterker groeien dan die voor traditionele chemische medicijnen. Bijkomend voordeel is dat een biotechmedicijn niet snel generiek verkrijgbaar is. Een biologisch medicijn namaken is complex en in de Verenigde Staten moet zo’n generiek biologisch medicijn, in tegenstelling tot een chemische kopie, opnieuw alle klinische testen doorlopen. De complexiteit zorgt ook voor hoge eisen aan laboratoria en productiefaciliteiten wat een voordeel is voor bestaande grote biotechbedrijven. Nadeel van biotechmedicijnen voor beleggers is dat ze de patiënt genezen. Dat klinkt vreemd, maar de meest lucratieve medicijnen voor beleggers zijn juist pillen voor volksziektes die wel behandelen, maar niet genezen. Liever dertig jaar lang drie pillen per dag voor een volksziekte dan een korte genezende behandeling van een zeldzame ziekte. Daar moeten belegger vaak ook nog concurreren met goede doelen die onderzoek subsidiëren. Overheden proberen onderzoek door de industrie te stimuleren, onder andere langere patenttermijnen te garanderen.
Medicijnen wel steeds duurder
De ontwikkeling en goedkeuring van een medicijn is een lang en kostbaar proces. Voordat een medicijn wordt toegelaten moet in Amerika voor de FDA en in Europa voor de EMA worden aangetoond dat een medicijn veilig is en effectief. In de eerste fase wordt de veiligheid bij mensen getest op een klein aantal gezonde vrijwilligers. In de tweede fase wordt voor het eerst getest op patiënten waarbij een andere groep patiënten een inactieve stof (placebo) krijgt toegediend. In de derde fase wordt grootschalig getest op veiligheid, werkzaamheid en bijwerkingen. Deze laatste fase is tevens de duurste fase en kost honderden miljoenen. Die hoge inleg in combinatie met de lange doorlooptijd maken het niet eenvoudig voor private equity-sponsors om een kloppende IRR-berekening te maken. Daarom kiezen biotechbedrijven liever voor en beursgang.
Negatieve kasstromen en hoge volatiliteit
Al die tijd is de kasstroom negatief en bij elke tegenslag is de kans groot dat er opnieuw geld moet worden opgehaald. Mede daardoor zijn aandelen van biotechbedrijven zeer volatiel. Volatiliteit wordt door meeste beleggers gezien als maatstaf voor risico, maar is tegelijk ook een mogelijkheid om extra rendement te behalen. Timing is immers de enige echte bron van alfa. Zonder volatiliteit is het onmogelijk om laag te kopen en hoog te verkopen. Beheerders van biotechfondsen maken vaak onvoldoende gebruik van die hoge volatiliteit. Ze hebben meestal een achtergrond uit de industrie en de persoonlijke overtuiging over een bepaald medicijn wint het van het inspelen op sterk fluctuerende dagkoersen. Het zijn vaak echte buy-and-hold beleggers. Maar bij een beursgang wordt het koerspotentieel meestal opgeklopt, waarna jarenlang niets wordt vernomen. Het geld wordt immers gebruikt voor fase twee of fase drie onderzoeken die elk twee tot drie jaar kunnen duren. Wanneer die onderzoeksresultaten bekend zijn, wil de koers explosief reageren. Volatiliteit waarmee extra rendement valt te behalen.
Biotech voor beleggers
Beleggers hebben een grote interesse in biotechbedrijven. Dat komt onder andere door het loterij-effect, men wil snel een hoog rendement. Dit effect wordt versterkt door de hoge volatiliteit. Grote beloftes in de verre toekomst in combinatie met de uitbundige liquiditeit op de financiële markten zorgde enkele jaren geleden zelfs voor een zeepbel in biotech. Die zeepbel spatte eind 2015 uiteen naar aanleiding van verhalen over prijsopdrijving en dreigende prijsregulering. Nu waarderingen zijn genormaliseerd en de groei aantrekt, is de sector opnieuw interessant. Alternatief voor een belegging in individuele aandelen is een passieve indextracker. De meest populaire is de iShares Nasdaq Biotechnology ETF. Daarin zijn circa 200 biotechbedrijven opgenomen. Omdat de onderliggende index gewogen is naar marktkapitalisatie omvatten vijf bedrijven (Celgene, Gilead, Amgen, Biogen en Vertex) ruim een derde van de index. De kansen liggen wellicht meer in de kleinere bedrijven, iets waar een actief beleggingsfonds meer de nadruk op legt. Bij voorkeur een fonds dat effectief gebruik maakt van de hoge volatiliteit. Voor wie toch een individueel aandeel zoekt, is het Amerikaanse IQVIA (voorheen Quintiles en IMS Health) mogelijk een alternatief. Dit bedrijf is een dienstverlener op het gebied van klinische studies, waardoor ook kleinere biotechbedrijven succesvol kunnen opereren. Beleggers zijn dan minder afhankelijk van de ontwikkeling van een specifiek medicijn, maar hebben tegelijkertijd wel blootstelling naar het groeipotentieel van biotech.