Centrale bankiers hebben ervoor gezorgd dat aandelenkoersen in korte tijd met meer dan 20% zijn gestegen. De Fed-put is sterker dan ooit onder Powell. In de eurozone is politica Christine Lagarde de beoogde opvolger van Mario Draghi. Voor beiden is financiële stabiliteit het hoofddoel van het monetaire beleid. In de praktijk betekent dit dat de koersen niet mogen zakken; gezien de hoge schulden zou dat markten instabiel kunnen maken. Dat heeft absurde gevolgen. De omgekeerde curve in de Verenigde Staten is een direct gevolg van dit monetaire beleid, nu het verband tussen inflatie, werkloosheid en economische groei niet meer lijkt te bestaan. Meer dan driekwart van de staatsobligaties in Zwitserland, Zweden, Duitsland, Finland, Nederland, Denemarken, Oostenrijk, Frankrijk en Japan heeft een negatief rendement. Daardoor staat niet alleen de aandelenmarkt, maar ook de obligatiemarkt op het hoogste punt ooit. Wat wil een belegger nog meer?
Maar de bull-markt is op leeftijd. De koersen stijgen al meer dan tien jaar. Tegen het einde wordt de kar meestal getrokken door groeiaandelen, of althans aandelen die op dat moment zo gezien worden. Groei is schaars, de rente extreem laag en winstherzieningen zijn negatief. Historisch gezien doen groeiaandelen het zes tot twaalf maanden na de eerste renteverlaging beter dan de markt. Amerikaanse groeiaandelen ogen aan de prijs, maar staan nog niet op piekniveau. Zulke niveaus zijn met een negatieve rente wel eenvoudig te rechtvaardigen. In de laatste fase versmalt de bullmarkt, waarbij het marktleiderschap overigens zelden meer wijzigt.
Dat betekent wel meer pijn voor waardebeleggers. Inmiddels wordt openlijk getwijfeld of er nog wel zoiets als een waardepremie bestaat (laag kopen, hoog verkopen). De verstorende effecten van de IT-revolutie zorgen voor veel value traps. Neem autoproducenten; zij leggen het af tegen de elektrische, autonoom rijdende deelauto. En in de farmaciesector worden medicijnen met een chemische basis in snel tempo vervangen door biotechnologische alternatieven. De energiesector en nutsbedrijven weten onvoldoende hoe ze moeten omgaan met alternatieve energie. Winkelbedrijven worden uit de markt gedrukt door online aanbieders waarmee en passant ook de A-merken in het gedrang komen. De financiële sector dreigt de digitale transformatie te missen. Recycling kan dankzij nieuwe technologieën de strijd aangaan met mijnbouwbedrijven. De lijst met slachtoffers is lang.
Een steeds groter deel van de index lijkt tegenwoordig te bestaan uit waardebedrijven. Ondertussen zijn groeiaandelen schaars, terwijl ze een goed alternatief zijn op de lange termijn voor biljoenen obligaties die nu een negatief rendement opleveren. Ze zijn op het moment niet moeilijk te vinden: het zijn de aandelen die het al langere tijd goed doen. Met een negatieve rente is een positief rendement op het geïnvesteerde kapitaal nog belangrijker dan voorheen. Als door competitieve voordelen een bedrijf de omzet ook nog kan laten groeien, resulteert dit in een hoge (vrije) kasstroom. Dan heb je een positief stabiel rendement. En dat is precies wat beleggers op dit moment zoeken.
Photo by Almos Bechtold on Unsplash