Bij de Mediamarkt is het deze week de Red Week, er zijn veel aanbiedingen met kortingen tot wel 30 procent. Daar komen kopers op af. Ook op de eveneens rode Chinese beurs wordt deze week een korting tot wel 30 procent gegeven, maar daar lijken kopers voorlopig niet geïnteresseerd.
De reden voor de koersval is het harde ingrijpen van de Chinese overheid. Wat begon met het tegenhouden van de IPO van ANT Group, het normoverdragende gesprek met Jack Ma en de harde ingreep bij Didi Chuxing, kreeg afgelopen weekeinde een vervolg in de aanpak van commerciële onderwijsinstellingen. Die mogen volgens Peking geen winst meer maken. Goed onderwijs moet toegankelijk zijn voor iedereen. Dit is niet typisch Chinees. In 2015 pakte Obama de commerciële onderwijsinstellingen in de VS aan. Daardoor gingen tenminste twee beursgenoteerde bedrijven failliet. Ook techreuzen als Meituan en Tencent worden aangepakt, vooral Chinese bedrijven die deels leunen op Amerikaans kapitaal.
Wellicht is Peking jaloers op de Chinese tech-CEO’s, of wil China minder afhankelijk zijn van de VS (alle genoemde bedrijven hebben daar een beursnotering), of moet de Chinese burger worden beschermd, of wellicht ziet Peking liever dat meer geïnvesteerd wordt in semiconductors in plaats van in videogames. China heeft het geld uit de VS ook niet meer nodig. Dankzij het handelsoverschot komt er elke maand 40 tot 60 miljard dollar binnen en nu stroomt er ook nog 10 tot 30 miljard per maand naar de Chinese obligatiemarkt. Belangrijker is de focus op de gevolgen. China wil minder afhankelijk zijn van buitenlands kapitaal, zet meer in op Made in China 2025 en wil dat bedrijven meer toegevoegde waarde leveren voor de Chinese consument.
Door dit overheidsingrijpen lijkt investeren in China veel risicovoller te worden, maar het is onwaarschijnlijk dat China stopt met de vrije kapitaalmarkten. Zonder die markt is het onmogelijk om de renminbi internationaal een grotere rol te geven. China gaat er bij het toezicht initieel meestal hard in en komt pas later met versoepelingen. Overigens zijn het bepaald geen verrassingen. De Chinese overheid vertelt gewoon wat ze gaat doen en voert dat ook uit. In de westerse democratieën zijn er eerst verkiezingen, wordt er daarna beleid ontwikkeld dat moet worden goedgekeurd door het parlement en dan begint de implementatie pas. Het verrassingseffect is dan wel weg, maar niet in China. Voor beleggers is het goed om te weten dat ze parallel moeten beleggen aan de belangen van de Chinese overheid.
China is de tweede aandelenmarkt ter wereld met een kapitalisatie van 10 biljoen dollar, inmiddels is het met 16 biljoen dollar aan obligaties ook de tweede obligatiemarkt ter wereld. Toch wegen Chinese aandelen maar zo’n 4 procent in de wereldindex en het gewicht van obligaties in de wereldindex is iets meer dan 7 procent. Verschil is nu wel dat investeren in China via Europese of Amerikaanse markten risicovoller is geworden, maar via de markten van Shanghai, Shenzen en Hongkong juist veiliger. Chinese aandelen zullen nog wel even volatiel blijven, maar in een markt waar alles te duur lijkt, is dit voor langetermijnbeleggers een aantrekkelijk instapmoment.
Foto by Han Dieperink, Peking 14 oktober 2019, Panjiayuan Road