Recent verscheen in Fondsnieuws een artikel over drie contraire beleggingstips voor 2018. Hierna volgt een bewerking van dit artikel. Voor de goede orde wijs ik er op dat een tip iets anders is dan een goed gespreide portefeuille.
Europese financials
Een sector die sinds de Grote Financiële Crisis sterk is achtergebleven bij de bredere aandelenmarkt zijn aandelen van Europese banken en verzekeraars. In de Verenigde Staten hebben banken en verzekeraars geprofiteerd van de voortvarende aanpak om balansen op orde te krijgen, het herstel op de huizenmarkt, de normalisering door de Fed en meer recent de deregulering onder Trump. In Europa blijft het tobben. Europese banken en verzekeraars zijn op minder dan één keer de boekwaarde en een dividendrendement van circa 4% veel aantrekkelijker gewaardeerd dan in de Verenigde Staten.
Financiële waarden zijn interessanter geworden voor beleggers. Het is de sector die de beste bescherming biedt tegen een stijgende rente. Doordat de lage of zelfs negatieve rente liggen de rentemarges onder druk, nog meer dan voorheen zullen deze bedrijven profiteren van een stijgende rente. Dat op een moment dat de gemiddelde portefeuille juist gevoeliger is geworden voor een stijging van de rente. Aan de ene kant zet iedereen in op IT-aandelen en denkt veilig te zijn door een soort barbell-strategie te hanteren met aan andere kant vastrentende alternatieven op te nemen (van vastgoed tot infrastructuur). Bij een correctie in de IT-sector bieden deze beleggingen dan compensatie. Maar wanneer de correctie een gevolg is van een stijgende rente waardoor de waardering van IT-aandelen (groei) wordt gedrukt, staan beide zijden van de barbell onder druk. De totale portefeuille heeft een hoge duration bestaande uit hoog gewaardeerde groei-aandelen, rentegevoelige vastgoedaandelen en zeer langlopende infrastructuurprojecten. Daarbovenop komt nog de historisch hoge duration, nu eenmaal een gevolg van de gedaalde rente, van de obligatieportefeuille.
Verder lijkt de piek in financiële regulering te zijn bereikt. De recent gepubliceerde Bazel-IV eisen geven rust en duidelijkheid. De soep wordt niet alleen minder heet gegeten, maar vooral ook veel later dan eerder gevreesd. De Mifid-II regulering toont aan dat het middel erger is van de kwaal. Ondanks alle goede bedoelingen is deze regulering niet proportioneel, ontbreekt een goede kosten-baten-analyse en is dit niet goed voor de concurrentie. Liquiditeit op financiële markten is een groot goed, die komt door Mifid-II onder druk. De cost-of-capital van Europese bedrijven gaat daardoor omhoog, op een moment dat de Verenigde Staten nota bene zijn begonnen met dereguleren. Maar er is hoop. Deregulering staat ook hoog in het vaandel van Macron en de Duitse grote coalitie.
Bovendien liggen de kapitaalratio's van Europese banken toch al op het hoogste niveau sinds de jaren dertig. Door de economische groei beginnen voorzieningen voor slechte leningen vrij te vallen. Tot slot vrezen beleggers de opkomst van fintech en er worden zelfs paralellen getrokken met de Amazonificatie van de retail-sector. Maar veel financials is fintech juist een kans en geen risico. Een kans om (personeels)kosten te besparen en het rendement op eigen vermogen tot boven de vereiste 10% te brengen, dat zou aandeelhouders in banken en verzekeraars toch moeten aanspreken.
Italiaanse aandelen
In Italië worden op 4 maart algemene verkiezingen gehouden. Dat lijkt een risico, maar sinds de val van het Romeinse rijk verloopt de Italiaanse geschiedenis chaotisch. Desondanks heeft Italië de wereld onder andere de Renaissance, Dante, Machiavelli, Da Vinci, Michelangelo, Botticelli, Caravaggio, Columbus, Vespucci, pasta, pizza, ijs, de thermometer, de barometer, de piano, de viool, de cello, Verdi, Puccini, Rossini, Ferrari, Bugatti, Maserati en Lamborghini gegeven. De grenzen van de chaos worden kennelijk gevormd door een ongekende creativiteit.
Na de Tweede Wereldoorlog heeft de voortdurende chaos in de Italiaanse politiek geleid tot een vreemd soort natuurlijke stabiliteit. Nadat we jarenlang niet opkeken van elk jaar een nieuwe Italiaanse premier lijken we de politieke chaos nu te vrezen. Berlusconi (de laatste echt gekozen premier van Italië, de vier daarna zijn bureaucraten die alleen met goedkeuring van Brussel aan de slag konden) is vergeleken met Trump niet eens zo slechte keuze. Bovendien gaat het ook in Italië economisch beter en dat heeft impact op de verkiezingsuitslag (It’s the economy stupid).
Veel partijen hebben hun exposure op Italië gedurende de euro-crisis afgebouwd. Iedereen die niet meer in Italië wil beleggen of die de verkiezingen vreest, heeft al verkocht. Dat betekent dat de kans toeneemt dat bezit van de zaak (de verkiezingsuitslag) ook het einde van het vermaak zal betekenen. Zeker als onder Macron en Merkel het Europese project enkele stappen voorwaarts zet, kunnen Italiaanse aandelen daarvan profiteren. Risico is nog wel de sterker wordende euro, maar in tegenstelling tot een jaar geleden is de euro niet langer ondergewaardeerd. Waar het Europese herstel zich in 2017 vooral uitte in een sterkere euro, kunnen in 2018 Europese (en dan met name Italiaanse) aandelen profiteren. Nu is de Italiaanse aandelenmarkt een relatief kleine markt. Een goed gespreid alternatief zijn Franse aandelen.
Russische aandelen
De Russische aandelenmarkt is één van de weinige aandelenmarkten die vorig jaar is gedaald, zowel in Russische Roebel als in euro. Zoals bekend bestaat de Russische aandelenmarkt voor een belangrijk deel uit energie- en grondstof gerelateerde aandelen. Voor wat betreft de olieprijs is er wel wat veranderd met het aantreden van Mohammed bin Salman (MbS) in Saoedi-Arabië. Waar onder de oude olieminister Al-Naimi werd ingezet op een zo laag mogelijke olieprijs (om de concurrentie uit de markt te drukken, vanwege het besef dan niet alle olie meer uit de grond zal worden gehaald olie (stranded asset), heeft MbS behoefte aan een zo hoog mogelijk olieprijs. Hij is weliswaar jong en heeft een lange horizon, maar hij haalt cultureel, religieus, economisch en politiek veel overhoop. De komende twee jaar heeft MbS alle olie-inkomsten nodig om te overleven.
Met een reductie van 5% in de productie is het gelukt de olieprijs (=opbrengst) te verdubbelen. Dat is niet alleen goed voor het koninkrijk, maar goed voor elke olieproducent, inclusief Rusland. Russische aandelen zijn laag gewaardeerd en de discount zit niet alleen in de aandelenmarkt, maar ook in de munt. Rusland is een belangrijk onderdeel in het One-Belt One-Road-programma van China en geopolitiek kan de rest van de wereld zowel wat betreft het Midden-Oosten (Syrië) als het Verre Oosten (Noord-Korea) moeilijk een deal sluiten zonder Rusland.
Tot slot is Rusland een ook redelijke hedge tegen oplopende inflatie en rentes, zeker wanneer dit een gevolg is van stijgende grondstofprijzen. De sancties (recent verlengd tot augustus 2018) en het Mueller-onderzoek in de VS zijn natuurlijk risico’s, maar die lijken ruimschoots in de koersen verwerkt.