Meer aandacht voor regulering
Op het moment dat de overheid gaat bepalen wat je als belegger mag verdienen, is het meestal verstandig om weg te wezen. In Europa is er meer regulering dan in de Verenigde Staten. In sommige gevallen, zoals in de financiële sector, is er sinds de Grote Financiële Crisis sprake van een feitelijke nationalisatie. De gemiddelde medewerker van een bank heeft te maken met meer regels dan de gemiddelde ambtenaar. De overheid bepaalt bovendien of en hoeveel dividend er mag worden uitgekeerd. Vorig jaar is ook AirFrance KLM feitelijk genationaliseerd. De luchtvaartmaatschappij mag pas weer dividend uitbetalen als de schulden aan de overheid zijn afbetaald en dat kan gelet op de matige winstgevendheid in de industrie erg lang op zich laten wachten. Ook telecom en nutsbedrijven zijn sectoren die in Europa feitelijk in handen zijn van de overheid. In de Verenigde Staten zijn er minder regels. Vooral onder Trump is er fors gedereguleerd. Maar de Democraten hebben veel nieuwe ingrijpende wet- en regelgeving in voorbereiding. Gelet op de recordstanden op de beurs maken beleggers zich daarover geen zorgen. Die kijken wat regulering betreft tegenwoordig vooral naar China. Nu is de regulering daar niet strenger dan in de Verenigde Staten, maar de recente aanpassingen kwamen voor veel partijen als een schok. Dat is grotendeels onterecht, waardoor er zelfs een aardig instapmoment is ontstaan.
Schoksgewijze aanpassingen in China
Verschil tussen de Chinese autocratie en de westerse democratieën is dat Peking snel kan schakelen. Elke aanpassing is daardoor al snel een schok. Het meest ingrijpend is de aanpak van het commerciële onderwijs. In China hangt je loopbaan en levensloop af van je alma mater. Toegang tot de beste universiteiten gaat op basis van de Gaokoa, een landelijke test die elk jaar in de zomer wordt gehouden. Ouders hebben alles over voor een hoge score en nemen alleen daarom al niet meer dan één. Het aanpakken van de commerciële bijlessen door de overheid is een typisch geval van symptoombestrijding. Het probleem is de test zelf. Slechts een klein percentage kan naar de beste universiteiten. Door het vele stampwerk test zijn dat niet de meest creatieve studenten, een probleem dat overigens in de Verenigde Staten ook speelt. Daar zorgde Obama er in 2015 voor dat enkele beursgenoteerde bedrijven actief op het gebied van commercieel onderwijs zelfs failliet gingen. Minder ingrijpend is de regulering op het gebied van maaltijdbezorging. De discussie is hetzelfde als in het Westen, het gaat om de bescherming van werknemersrechten, waaronder het inkomen van de bezorger. Weinig schokkend zijn ook de nieuwe regels voor de huizenmarkt. Xi Jinping gaf bij zijn aantreden al aan dat huizen er zijn om in te wonen en niet om mee te speculeren. Er worden al vele jaren maatregelen genomen in China om speculatie op de huizenmarkt tegen te gaan en deze maatregelen zijn daar onderdeel van. Geen reden voor paniek.
Regulering Chinese Big Tech
Wellicht het meest gevoelig is de aanpak van Alibaba en Tencent, niet alleen omdat het de boegbeelden zijn van de Chinese IT-sector, maar ook door het relatief zware gewicht van deze bedrijven in de index. Zoals de Amerikaanse overheid naar haar Big Tech-bedrijven kijkt, is Peking ook van mening dat beide partijen een te sterke marktpositie hebben. De aanpassing die Peking wil, is dat derden toegang krijgen tot de platformen van Alibaba en Tencent. Dat moet dan zorgen voor meer concurrentie. Ook is Peking niet overtuigd van de toegevoegde waarde van elke dienst van deze twee bedrijven. Gaming wordt vergeleken opium voor de geest en volgens Xi is te lang turen op een scherm slecht voor je ogen. Dat ook derden toegang krijgen tot deze twee grote platformen is wellicht een domper voor deze twee bedrijven, maar niet voor de concurrent.
Chinese notering Verenigde Staten eindig
Bijkomend probleem voor Alibaba is de notering in de Verenigde Staten. Nu willen de Amerikanen van de Chinese bedrijven met een notering in de VS af, met als reden dat ze nooit volledig transparant kunnen zijn over de invloed van de Chinese overheid. Wat dat betreft zitten Washington en Peking op één lijn. Ook Peking heeft liever niet dat Chinese bedrijven een notering krijgen in de VS. De Chinezen komen nu al om in de dollars. Kennelijk was nog niet iedereen op de hoogte van de laatste wensen vanuit Peking. Dat werd pijnlijk duidelijk met de beursgang van Didi. Twee dagen na de eerste notering haalde de overheid de Didi-app uit de app-stores vanwege zorgen over het verzamelen van data. Eerder had de Chinese toezichthouder al gezegd dat de IPO niet door kon gaan en wie niet luisteren wil, moet ook in China voelen. Toch zijn de activiteiten van Didi, Tencent, Alibaba en Meituan een wezenlijk onderdeel van de Chinese economie. China wil deze bedrijven niet de nek omdraaien, alleen reguleren in het voordeel van de Chinese werknemers en Chinese consumenten. Dat is iets wat heel normaal is in Europa, zelfs in de Verenigde Staten geen reden voor een forse koersafstraffing.
Nieuw sociaal contract in China
De Chinese wet- en regelgeving komt meestal in golven. De overheid gaat er vrijwel altijd in eerste instantie hard in, maar uiteindelijk komt er toch een voor iedereen werkbaar compromis uit de bus rollen. Dat betekent niet dat beleggen met de overheid in China leuker is dan daarbuiten. Juist in China zijn er veel staatsgerelateerde bedrijven waar de belegger goed moet kijken of de onvoorspelbare invloed van de overheid wel voldoende verdisconteerd is in de waardering. Maar Peking is meestal redelijk open over haar intenties en dat betekent dat beleggers niet zo verrast hoefden te reageren. Kennelijk wordt China nog te veel geanalyseerd op basis van wat er in de westerse media wordt geschreven. Hoofddoel van de communistische partij is dat zij aan de macht blijft. De partij wil daarom geen ontevreden Chinezen op het plein van de Hemelse Vrede. Tot voor kort betekende dat daarvoor iedereen in China recht had op een baan. Dat is gelukt. Om iedere Chinees nu tevreden te houden bestaat nieuwe sociale contract uit goed onderwijs betere gezondheidszorg en een hoger niveau van sociale zekerheid. Pas dan nemen Chinezen ook meer kinderen, al is bekend dat juist rijkere mensen minder kinderen nemen.
Xi als goed huisvader
Wat de Chinese overheid eigenlijk doet is het implementeren van ESG-beleid met nadruk op de sociale component. China is bezig met de opbouw van een verzorgingsstaat. Xi is de goed huisvader die liever niet ziet dat kinderen lopen te gamen en daarmee hun ogen verpesten. De man die ervoor zorgt dat ouders niet krom hoeven te liggen voor de opvoeding van het enige kind. Hij is de grote roerganger die ervoor waakt dat werknemers niet worden uitgebuit en dat huizen betaalbaar blijven. Op het 18e partijcongres in november 2012 beloofde hij het al: beter onderwijs, meer banen, hogere inkomens, een betere sociale zekerheid, betere gezondheidszorg, betere huizen en zelfs een schoner milieu. Allemaal zaken die het groeipotentieel van de Chinese economie verder verbeteren. Dat is goed voor beleggers in China in de toekomst, op korte termijn kunnen beleggers profiteren van de gedaalde koersen.
Photo by Markus Spiske on Unsplash