De aandelenmarkt van Hong Kong heeft een omvang van 4 biljoen dollar, dat is bijna vier keer zo groot als de Nederlandse aandelenmarkt. Indirect geeft Hong Kong via de stockconnect ook toegang tot de aandelenmarkten van Shanghai en Shenzen. Bij elkaar is de omvang van Shanghai en Shenzen 7 biljoen dollar. Het vormt daarmee de tweede aandelenmarkt ter wereld. In verhouding tot de Chinese economie valt de omvang nog wel mee. De Chinese beurs is nu 36 procent van het Chinese BBP. Ter vergelijking, de Amerikaanse aandelenmarkt heeft een omvang van 30 biljoen dollar. Dat is meer dan 150 procent van het Amerikaanse BBP.
Enkele weken geleden ging de Amerikaanse Senaat akkoord met de Holding Foreign Companies Accountable Act. De wet komt er op neer dat buitenlandse bedrijven met een notering in de Verenigde Staten moeten aangeven of ze worden gecontroleerd of in bezit zijn van een buitenlandse overheid. Dat bewijs moet geleverd worden door een accountant die onder Amerikaans toezicht staat. Als dat toezicht bij herhaling niet mogelijk is, zal de SEC de handel in zo’n aandeel moeten verbieden. De wet moet nog door het Huis van Afgevaardigden, maar in Amerika genoteerde Chinese bedrijven kiezen massaal eieren voor hun geld. De één na de ander vraagt een notering aan in Hong Kong. Bij elkaar zijn er meer dan 200 Chinese bedrijven genoteerd in de Verenigde Staten met een totale marktwaarde van 1 biljoen dollar. De beurs van Hong Kong wordt dus een stuk groter.
Vandaag krijgt het aandeel Netease een notering in Hong Kong onder de tickercode 9999.HK. De emissie was 360 keer overtekend. JD.com krijgt binnenkort een notering in Hong Kong. Ook daar is de vraag groot. Eerder dit jaar werd Alibaba met succes genoteerd in Hong Kong. De vraag was groot en het aandeel steeg fors op de eerste dag van notering. Eindelijk konden Chinezen van het vasteland van China beleggen in Alibaba. Nu dus ook in Netease en JD.com.
Onder Trump en Xi Jinping is de machtsstrijd tussen China en de Verenigde Staten toegenomen. Trump gebruikt China ook als zondebok in de verkiezingsstrijd, nu hij de strijd moeilijk kan winnen op basis van de sterke economie. Dit keer wordt er een proxy-oorlog gevoerd in Hong Kong. De bijzondere status van Hong Kong zorgt al decennia voor een roep om meer onafhankelijkheid, eigenlijk tegen beter weten in. Voor Peking heeft nationale integriteit namelijk de hoogste prioriteit. De partij accepteert geen enkele inmenging van buitenaf. Recent kwam het Volkscongres met een veiligheidswet voor Hong Kong, Macau en Taiwan. Dit betekent het einde van de ‘één land, twee systemen’-oplossing voor Hong Kong. In het verleden is die oplossing ook gesuggereerd voor Taiwan, maar voorlopig lijkt die ook daar van tafel.
Hong Kong wordt een echt Chinees financieel centrum en daardoor wellicht minder een internationaal financieel centrum. Dat zou een impuls kunnen betekenen voor Singapore als financieel centrum. Toch is de ontwikkeling in Hong Kong voor beleggers goed nieuws. De regels van de beurs van Hong Kong voor wat betreft transparantie en governance zijn streng. Peking heeft meerdere keren de nadruk gelegd op het belang van Hong Kong als financieel centrum en eist een betere governance bij Chinese bedrijven. Om diezelfde redenen moeten Chinese bedrijven tegenwoordig ook een ESG-rapportage maken. Mogelijk dat de veiligheidswet buitenlandse beleggers afschrikt. Voor beleggers van het vasteland is de toegenomen stabiliteit juist een aanmoediging om meer zaken te doen in Hong Kong. China komt niet alleen sterker uit de Coronacrisis, maar lijkt ook deze slag met de Amerikanen te winnen.
Photo by Florian Wehde on Unsplash