Dat financiële markten een grote invloed kunnen hebben op dereële economie, blijkt maar weer uit de recent sterk gestegen energieprijzen. Het ontmoedigen van investeringen in fossiele brandstoffen de afgelopen jaren zorgt nu voor fors hogere energieprijzen. Toch zullen er voor wat betreft de CO2-reductie nog veel grotere stappen moeten worden gezet, want we verbruiken nog altijd 100 miljoen vaten olie per dag. Ook staan er nog steeds duizenden kolencentrales in de wereld, ondanks het feit dat de prijs voor steenkool op een record staat. De wereldwijde CO2-uitstoot is dit jaar hoger dan ooit. Klimaatverandering mag vanwege de hoge waarschijnlijkheid en de wereldwijd grote impact, als veruit het grootste risico worden gezien voor de financiële markten, maar wel één die voor beleggers kansen kan bieden.
COP 26
Al bijna dertig jaar organiseren de Verenigde Naties eenklimaatconferentie. De 26e editie wordt dit jaar gehouden in Glasgowvan 31 oktober tot 12 november. Vertegenwoordigers van meer dan 190 landen bespreken daar hun doelstellingen om klimaatverandering tegen te gaan. Oorspronkelijk zou de sessie van dit jaar worden gehouden in 2020, maar dat ging vanwege Corona niet door. Na de bijeenkomst in Parijs van 2015 wordt Glasgow gezien als de belangrijkste klimaatconferentie, als een laatste kans om erger te voorkomen. Verschillende landen hebben sinds Parijs zogenaamde Green Deals uitgewerkt en hebben ambitieuze doelstellingen. Zo willen de Verenigde Staten de CO2-uitstoot in de komende tien jaar halveren. Europa heeft haar eerdere 40 procent reductie in 2030 (ten opzichte van 1990) recent aangescherpt naar 55 procent reductie. China verwacht dat haar uitstoot pas in 2030 zal pieken, maar het land wil wel in 2060 CO2-neutraal zijn. Nu stoot China in haar eentje meer CO2 uit dan de Verenigde Staten en Europa bij elkaar, dus om resultaat te behalen, moet China wel meedoen. Wat dat betreft is het jammer dat Xi Jinping niet aanwezig is in Glasgow. Xi zal ook niet aanwezig zijn bij de G20 die daaraan voorafgaat. Op de vorige klimaatconferentie in 2019 waren de vijf grootste vervuilers (China, India, Japan, VS en Rusland) afwezig. De organisatie vreest dat het wegblijven van wereldleiders ook betekent dat een land haar klimaatdoelen niet kan of wil aanscherpen.
Extreem weer door klimaatverandering
Door de steeds vaker voorkomende extreme weersomstandighedenis de ‘sense of urgency’ voor deze klimaatconferentie toegenomen. De vele bosbranden, de extreme hittegolven, de grote invloed van droogte op de voedselproductie en verschillende grote overstromingen hebben ook economisch veel schade veroorzaakt. Klimaatverandering lijkt een stuk tastbaarder te zijn geworden. Als het niet lukt om in Glasgow tot een oplossing te komen, zullen we ons waarschijnlijk moeten voorbereiden op wat er nog meer gaat komen. Aangezien 40 procent van de wereldeconomie zich bevindt in de kuststroken, het deel dat gevoelig is voor een stijgende zeespiegel, betekent dit dat er een ware volksverhuizing op gang moet komen. Vooral vastgoed en verzekeraars worden hierdoor geraakt. Nederland ligt voor meer dan de helft onder de zeespiegel. Ergens houdt ons technisch vernuft op of wordt het simpelweg te duur om de voeten droog te houden. Wellicht maken we het nog mee dat een Nederlandse hypothekenportefeuille letterlijk onder water staat. Het directe gevolg van deze ontwikkelingen is dat er tal van maatregelen zullen worden genomen om de CO2-uitstoot terug te dringen. Helaas laat de praktijk zien dat veel klimaatsubsidies en -regels niet erg efficiënt worden ingezet. Beter is het om de markt het werk te laten doen. Dat kan door het beprijzen van CO2. Dat gebeurt nu al voor de grootste vervuilers, maar kan eenvoudig verder worden uitgebreid. Door CO2 te beprijzen en te verhandelen kan met de laagste kosten de grootste klimaatwinst worden behaald. Juist op zo’n COP-conferentie kan oneerlijke concurrentie als gevolg van verschillen in beleid worden voorkomen. Alternatief is om anders om bij de grens accijnzen te gaan heffen op producten die gemaakt zijn zonder dat afgerekend is over CO2-uitstoot.
Impact op duurzame beleggers
Als gevolg van de bijeenkomst in Glasgow zullen verschillende institutionele beleggers hun duurzaamheidsbeleid aanscherpen. De eerste stappen op het gebied van duurzaam beleggen zijn meestal relatief klein. Die hebben dan ook nauwelijks invloed op de portefeuille. Als er echter concrete doelen worden neergezet voor wat betreft bijvoorbeeld de CO2-reductie dan moet de portefeuille echt op de schop. Nu kan dat relatief eenvoudig door alle oliemaatschappijen uit de portefeuille te verwijderen inclusief de cementfabrieken (die stoten immers veel CO2 uit), maar eigenlijk is er dansprake van greenwashing. Iedereen blijft immers direct of indirect fossiele brandstoffen gebruiken. Zo zorgen elektrische auto’s voor extra vraag naar elektriciteit en de marginale producent is in dit geval altijd de kolencentrale. Ook het negeren van betonnen gebouwen en betonnen infrastructuur is in de praktijk vrijwel onmogelijk. Beleggers willen niet graag beschuldigd worden van greenwashing en zullen dus een andere manier moeten vinden om de carbon footprint van de portefeuille te verlagen. Portefeuilles zullen zo meer in lijn komen met de klimaatdoelstellingen wat al snel neerkomt op een halvering van de CO2-uitstoot. Waarschijnlijk betekent Glasgow ook een positieve impuls voor bedrijven die een bijdrage kunnen leveren aan de oplossing, die bewegen zich in een sterke groeimarkt. Tot slot is de energietransitie niet gratis. Nu zorgen stijgende energieprijzen al voor oplopende inflatie en mogelijk dat inflatie door de energietransitie langer hoog blijft. Pas wanneerde infrastructuur op het gebied van alternatieve energie staat, kunnen de prijzen voor alternatieve energie structureel omlaag. In tegenstelling tot fossiele brandstoffen is de marginale kostprijs van een elektrische installatie die draait op zon of wind vrijwel nihil. De zon en de wind zijn immers gratis.
Een lage carbon footprint, investeringen in bedrijven dieeen bijdrage leveren aan de oplossing en - gelet op het hogere inflatieniveau -een terughoudende opstelling ten aanzien van obligaties zorgen ervoor dat een portefeuille de komende energietransitie kan doorstaan. Die beweging richting donkergroene portefeuilles zal dankzij COP-26 wereldwijd in gang worden gezet, wat meteen ook een bijdrage kan leveren aan het rendement van zo’n duurzameportefeuille.