De Amerikaanse overheid overweegt investeringen in China te beperken door de notering van Chinese bedrijven op Amerikaanse beurzen te verbieden. De Amerikanen snijden zich daarmee vooral in eigen vlees. Maar voor Europa en voor Euronext biedt dat mooie kansen.
Bovenop het mogelijk verbieden van Chinese beursnoteringen in de Verenigde Staten krijgen Amerikaanse pensioenfondsen misschien te maken met een verbod om in China te beleggen. Deze voorstellen kunnen vergaande gevolgen hebben voor de Amerikaanse beurzen en (toeleveranciers van) indices. Door beleggingen in te zetten als wapen wordt een grens overschreden die het vertrouwen in de Amerikaanse financiële markten kan schaden. Zeker daar waar het gaat om de voor de markten vereiste financiële stabiliteit gaat vertrouwen te paard. Als de geest uit de fles is, zijn de gevolgen vaak onomkeerbaar. Deze bedreiging is tegelijkertijd ook een kans voor Europese beurzen en aanbieders van indices.
China is de tweede economie ter wereld. Hoewel de economische groei de afgelopen tien jaar gehalveerd is, is de bijdrage van die groei aan de wereldeconomie groter dan ooit. De komende tien jaar zal de wereldconsumptie verdubbelen en bijna 90 procent van die groei komt uit Azië met China als stralend middelpunt. Voor beleggers die geloven in diversificatie en op zoek zijn naar rendement, is China een steeds groter onderdeel van de portefeuille.
In het handelsconflict tussen de VS en China wordt vaak een vergelijking gemaakt met de koude oorlog tussen Rusland en de VS. Het grote verschil is dat de economieën van China en de VS veel sterker met elkaar zijn vervlochten. Een groot deel van de winstgroei van Amerikaanse bedrijven deze eeuw is mogelijk gemaakt door China. De Chinezen zijn één van de grootste houders van Amerikaanse staatsobligaties en vooral de alomtegenwoordige IT-sector kan niet zonder China. Verder zal het niet eenvoudig zijn een grens te trekken tussen Chinese bedrijven en niet-Chinese bedrijven. Hongkong is tegenwoordig onderdeel van China. Taiwan mag dan als een afvallige provincie worden gezien, maar bedrijven daar doen volop zaken met China. China is voor Japan belangrijker dan de VS.
Het is niet de eerste keer dat de Amerikanen de financiële wereld gebruiken als alternatief voor de gewapende strijd. De dollar wordt al langer gebruikt als wapen, onder andere via het Amerikaanse embargo tegen Soedan, Cuba en Iran. Bij elke dollartransactie zijn daardoor niet twee, maar drie, partijen betrokken: de koper, de verkoper en de Amerikaanse overheid. Dit doet afbraak aan de status van de dollar als reservevaluta. De betrokken landen beginnen de Amerikaanse munt te mijden. Sinds de Grote Financiële Crisis willen steeds meer landen af van dit Amerikaanse toezicht. Na de inval op de Krim weten de vrienden van Vladimir Poetin hoe ver de Amerikaanse arm strekt. Het Amerikaanse beleid heeft er ook voor gezorgd dat het vrijwel onmogelijk is voor een Amerikaans ingezetene om in Europa te bankieren.
De Chinezen sturen het meest openlijk aan op een afscheid van de dollar, de laatste jaren aangespoord door het handelsconflict met de VS. Liever handelt men in renminbi met Azië, het Midden-Oosten, Rusland en Afrika. Afscheid nemen van de dollar niet eenvoudig. Vergelijk Windows van Microsoft. Dit is misschien niet het beste besturingssysteem, maar het is wel het besturingssysteem dat iedereen gebruikt en algemeen wordt geaccepteerd.
China heeft daarom verschillende maatregelen genomen om de reservestatus van de renminbi te bevorderen, waaronder het opzetten van een markt voor oliefutures in renminbi, een Aziatische Infrastructuur Investeringsbank en renminbi swaplijnen met Aziatische banken. Ook was goud in renminbi (oftewel de yuan) de afgelopen jaren opmerkelijk stabiel, een bevestiging voor Russen en Arabieren dat het veilig is om hun geld in renminbi aan te houden. Om er voor te zorgen dat zakenpartners van China renminbi kunnen aanhouden, stuurt Peking aan op een verdere ontwikkeling van de binnenlandse financiële markten. Het is tegenwoordig veel makkelijker om in China te beleggen, zowel in aandelen als in obligaties. Daarmee kan de Chinese munt een volwaardig alternatief worden voor de Amerikaanse dollar. Dat is interessant voor beleggers want in plaats van een door dollars gedomineerde wereld komen er meer mogelijkheden voor diversificatie. Met de poging van de Amerikanen om dit proces tegen te gaan, snijden ze zich vooral in eigen vlees.
Als Chinese bedrijven geen notering mogen hebben in de VS en Amerikaanse pensioenfondsen niet meer in China mogen beleggen, zal China ook uit diverse indices verdwijnen. Een goede index is immers volledig transparant, belegbaar en systematisch: gebaseerd op regels zonder dat er sprake is van een subjectief oordeel (dus ook niet van de overheid) of een beleggingsvisie. Alleen als is voldaan aan deze criteria wordt een index algemeen geaccepteerd en wint deze aan autoriteit. Als China niet meer belegbaar is, zullen Amerikaanse toeleveranciers als MSCI, Bloomberg en Standard & Poor's Chinese aandelen en obligaties uit de index halen, al dan niet gedwongen door de overheid.
Beleggers buiten de VS hoeven dit niet te accepteren, zeker niet omdat de gevolgen voor risico en rendement groot zijn.
Sinds kort is Prosus, een bedrijf met een groot belang in het Chinese Tencent, genoteerd aan Euronext. Wellicht dat Euronext contact kan opnemen met Chinese bedrijven als Alibaba en Baidu om ook een notering in Amsterdam te overwegen. Dan zal de AEX-index over enkele jaren er heel anders uit zien.
Ook de Europese bouwers van indices kunnen profiteren. Er was toch al kritiek op de dure Amerikaanse leveranciers. Steeds vaker spelen commerciële overwegingen een te grote rol bij het samenstellen van een index. Mogelijk dat een Europese universiteit in dat gat kan stappen. Daarmee gaan ook de kosten voor beleggers omlaag. De Amerikanen zullen waarschijnlijk snel realiseren dat een financiële boycot van China vooral slecht is voor de financiële markten in de VS. De kans dat dit plan de eindstreep haalt is klein. Mogelijk dat het kwaad al is geschied, voor een goede riskmanager is een half woord voldoende.
Photo by Han Dieperink, Jinson, Beijing, 14 oktober 2019