Financiële markten kunnen een grote invloed hebben op de reële economie. De markt is het beste instrument om de klimaatcrisis op te lossen.
Financiële prikkels sturen gedrag. De overheid kan daarop inspelen door middel van subsidies of door middel van belastingen. Doel moet zijn om ongewenste externe effecten van de vrije marktwerking te internaliseren, ervoor zorgen dat deze externe kosten in de kostprijs worden meegenomen. Helaas kiezen politici vaak voor een woud aan regels om iets op te lossen. Er zijn al veel miskleunen geweest op klimaatgebied. Palmolie verstoken in elektriciteitscentrales, of bomen kappen voor diezelfde centrales en het subsidiëren van elektrische auto’s die rijden op steenkool. Nieuw is de absurde focus op de warmtepomp. Vanaf 2026 wordt het verplicht om over te stappen op de warmtepomp. Met een forse overheidssubsidie kan iedereen voortaan aardgas besparen. Alleen zitten op dat aardgas veel heffingen van de overheid, veel meer dan op elektriciteit. Met bijna 8 miljoen woningen kost dat de overheid 12 miljard aan subsidies en 4 miljard belastingderving. Over de gemiddelde terugverdienperiode van een warmtepomp gaat het over tientallen miljarden, meer dan het hele klimaatbudget. Een hybride warmtepomp stoot 20 procent minder CO2 uit dan een CV. Alleen is de verwarming van huizen goed voor slechts 9 procent van de totale CO2-uitstoot. De besparing komt dan neer op een CO2-reductie van minder dan 2 procent. Er zijn vast betere bestedingen voor dat geld.
De energietransitie is ongelofelijk duur, zeker als dat langs de weg gaat van dit soort maatregelen. We willen afscheid nemen van fossiele brandstoffen, maar de energietransitie is niet mogelijk zonder een beroep te doen op veel andere grondstoffen, met name metalen. Die vraag zal in snel tempo ervoor zorgen dat elektrische auto’s onbetaalbaar worden en dat al snel gesteld kan worden dat de doelen van Parijs niet worden gehaald. Veel mensen zijn voor een duurzame wereld, maar als het veel geld kost, blijven maar weinig idealisten over. We zullen ons dus moeten aanpassen aan de klimaatopwarming, wat in Nederland met de stijgende zeespiegel een ware volksverhuizing zal veroorzaken.
Toch is er nog wel een middel om de energietransitie te realiseren en dat is door middel van financiële prikkels. Zorg er simpelweg voor dat de negatieve effecten van de CO2-uitstoot tot uiting komen in de prijs van een product en laat de markt het werk doen. Dat wordt al gedaan op bescheiden schaal door de CO2-certificaten, maar dat dekt nog lang niet alles af. Voordeel voor de overheid is dat ze geen cent hoeft uit te geven. De markt doet het werk, producten met een hoge CO2-uitstoot worden acuut onbetaalbaar. Bedrijven met een grote carbon footprint gaan direct failliet. Helaas kiest de overheid er de laatste tijd voor om fossiele brandstoffen te gaan subsidiëren. Die prikkels zorgen er juist voor dat we de doelstellingen van Parijs niet halen.