Liquiditeit is de brandstof voor de financiële markten. De Grote Financiële Crisis van 2008-2009 leert wat er gebeurt als liquiditeit wegvalt. Onder het motto van financiële stabiliteit zorgen centrale bankiers sindsdien voor een uitbundige liquiditeit. Toch is pas sinds september 2019 voor het eerst tegelijkertijd sprake van kwantitatieve verruiming in zowel de Verenigde Staten, de eurozone als Japan.
In september was er onrust op de Amerikaanse repomarkt. Repo is de afkorting voor repurchase agreement. Obligaties worden verkocht en op termijn van meestal 24 uur weer teruggekocht tegen een iets hogere prijs als rentevergoeding voor liquiditeitsverschaffing. Handig voor investeerders die snel cash nodig hebben. Volgens de Bank voor Internationale Betalingen staat er voor meer dan 12 biljoen (12 duizend miljard) aan repo’s uit. De verklaring voor de onrust in september was volgens de officiële kanalen een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Blijkbaar is er onvoldoende vraag naar kortlopend Amerikaans papier. Grote investeerders als China zijn tegenwoordig minder enthousiast over dollarbeleggingen. Bovendien is het ook een kwestie van meer aanbod, als gevolg van het oplopende Amerikaanse begrotingstekort. Met een miljardeninjectie voorkwam de Amerikaanse centrale bank dat de rentes op de repomarkt in september naar tien procent stegen.
Na dit directe ingrijpen kwam de centrale bank met een nieuwe ronde van kwantitatieve verruiming. De omvang van de balans van de Fed groeit nu elke maand met $ 60 miljard, ongeveer drie keer zo snel als de €20 miljard van de ECB. Het is een tijdelijk programma van zes tot zeven maanden. Het mag niet eens de naam QE (van Quantitative Easing) dragen. Spottend staat het inmiddels bekend staat QE-non QE.
Rond de jaarwisseling is er altijd meer liquiditeit vereist. Waarschijnlijk moet de Fed de komende maand $ 500 miljard extra injecteren. Dat doet denken aan de situatie exact twintig jaar geleden, toen centrale bankiers in verband met het millenniumprobleem (Y2K) zorgden voor extra liquiditeit en nog meer brandstof voor de dotcombubbel. Over drie tot vier maanden moet QE-non QE eindigen. Toch is dat bepaald niet zeker. Het jaar 2020 is namelijk een verkiezingsjaar en de liquiditeitskraan dichtdraaien zes maanden voor de verkiezingen zal zorgen voor de toorn van Trump. Mogelijk brengt het zelfs de onafhankelijkheid van de centrale bank in gevaar. Dus zoals zo veel tijdelijke programma’s van de overheid, staat er niets in de weg om het programma met nog eens zes maanden te verlengen.
Zonder liquiditeit kunnen er geen zeepbellen worden geblazen. Omdat QE-non QE wordt gezien als een tijdelijk programma, is de invloed op de markten nu niet zo groot. Als het een meer permanent karakter krijgt, is dat negatief voor de Amerikaanse dollar en positief voor aandelenmarkten. Door de combinatie van een dalende dollar, stijgende rente en een stijgende olieprijs zullen aandelen buiten de Verenigde Staten eindelijk eens beter kunnen presteren dan aandelen in de Verenigde Staten.
Photo by Alex Alvarez on Unsplash