Elk jaar zijn er verrassingen op beurs, al lijken dat er meer te zijn in 2021. Een verrassing is iets wat de overgrote meerderheid niet had verwacht. Dat is meteen de reden dat verrassingen een beurs in beweging kunnen zetten. Op het moment dat vrijwel iedereen van iets overtuigd is, zit het immers in de koersen verdisconteerd. Dit waren de grootste verrassingen van 2021:
Ontkoppeling rente en inflatie
Veruit de grootste verrassing van 2021 is de ontkoppeling tussen de oplopende inflatie en de laag blijvende rente. In de Verenigde Staten staat de inflatie op 6,8 procent, terwijl de tienjaarsrente niet boven de 1,5 procent uitkomt. In de eurozone staat de inflatie op 4,9 procent en staat de Duitse tienjaarsrente op – 0,25 procent. Dat betekent dus in beide gevallen een negatieve reële rente van meer dan 5 procent. Afgelopen jaar is meerdere keren voorspeld dat de rente snel zou gaan stijgen, maar oplopende inflatie en zelfs een draai in het monetaire beleid kregen de rente niet in beweging. Er zijn simpelweg te veel kopers die obligaties kopen omdat het moet, niet vanwege het rendement.
Winsten stijgen sterker dan de beurs
De bedrijfswinsten stegen in 2021 sterker dan de beurs. Dat betekent dus dat ondanks een koersstijging van meer dan 25 procent de beurs goedkoper is geworden. Deels is dit het gevolg van een gunstige vergelijkingsbasis, maar ook ten opzichte van het pre-coronajaar 2019 stijgen winsten veel sterker dan de economie groeit. Marges zijn hoger, er worden weer volop aandelen ingekocht en bedrijven weten zich aan te passen. Verder zijn bedrijven bij uitstek in staat om hogere prijzen door te berekenen, alleen voor bedrijven die veel energie verbruiken of met veel personeel in dienst is het oppassen.
Duurzame aandelen presteren voor het derde jaar op rij beter
Sinds de presentatie van de Verantwoorde Ontwikkelingsdoelen in 2016 mag worden gesteld dat duurzaam beleggen mainstream is gegaan. Afgelopen jaar presteerden duurzame bedrijven gemiddeld 5 procent beter dan de rest van de aandelenmarkt, net als in 2020. Toch is dat een verrassing omdat eind 2020 er enige hype was ontstaan rondom alternatieve energie, met als hoogtepunt de opname van Tesla in de S&P 500. Bovendien behoren oliebedrijven en banken tot de best presterende aandelen van 2021 en dat zijn niet bepaald de meest duurzame bedrijven. Dit is een direct gevolg van de geldstroom richting duurzame portefeuilles, een trend die pas net is begonnnen.
Ongekende chaos bij toeleveringsketens
Door sterke vraag naar elektronica als gevolg van de coronacrisis, aangejaagd door de liquiditeit van centrale bankiers en de overheid ontstond er in de tweede helft van 2020 een tekort aan semiconductors. Er gaan tegenwoordig tussen de 1400 en 1500 chips in een auto. Dat is maar liefst 15 procent van de wereldproductie. Het ontbreken van zo’n klein onderdeel kan verstrekkende gevolgen hebben. Steeds meer toeleveringsketens kampen met vertragingen, verder verergerd door een tekort aan personeel. Het is een logistieke nachtmerrie met veel containers, schepen en treinen op het verkeerde moment op de verkeerde plek. Just-in-time werd just-in-case en pas in de loop van 2022 mag worden verwacht dat het voorzichtig beter zal gaan.
Mensen stoppen met werken
Een gevolg van de coronacrisis is dat mensen minder snel geneigd zijn om weer aan het werk te gaan. De babyboomgeneratie maakt van de gelegenheid gebruik om eerder met pensioen te gaan. Daarnaast zijn er mensen die vanwege corona liever niet aan het werk gaan, mogelijk gemaakt door de inkomenssteun van de overheid. Ook wordt de millennials-generatie een steeds groter onderdeel van de beroepsbevolking. Daar komt werk niet op de eerste plaats. Zij hechten vooral aan de vierdaagse werkweek met als doel om op 55-jarige leeftijd van het pensioen te genieten. In Europa overweegt 1 op de 3 werknemers de baan op te zeggen, ook omdat ze zelfstandig verder willen met de verkoop van content (influencers) en spullen (ecommerce). Meer dan 10 procent van de millennials denkt ook dat ze voortaan wel kunnen leven van de handel in cryptovaluta.
Olieprijs stijgt, investeringen niet
De olieprijs steeg dit jaar tot boven de 80 dollar per vat. Op dat niveau mag worden verwacht dat er volop wordt geïnvesteerd in de winning van nog meer olie. Toch is dat niet het geval. Actievoerders, beleggers, overheden, commerciële banken, centrale banken en zelfs de rechter weerhouden de olie-industrie ervan om te investeren. Het resultaat zal zijn dat er volgend jaar meer vraag naar olie is dan aanbod. Dat is voor het eerst in de geschiedenis. We verbruiken nog altijd bijna 100 miljoen vaten per dag en duurzame energie is niet zichtbaar in deze statistiek. Een verdere stijging van de olieprijs ligt voor de hand en dat is goed voor de populariteit van alternatieve energie.
Geen correctie van betekenis
Ondanks de alom bestaande vrees begin 2021 voor een scherpe correctie op de aandelenmarkt, bleef de grootste correctie in 2021 beperkt tot een procent of vijf. Veel beurzen gaan op recordstanden het jaar uit. Nog steeds zijn er voldoende voorspellers die geloven dat de aandelenmarkt volgend jaar verder kan stijgen, maar die tegelijkertijd ook wijzen op de toegenomen kans op een correctie. Correcties horen bij het beleggen in aandelen, het houdt de speculatie in toom. Een gezond stijgende aandelenmarkt beklimt een muur van angst. Het is pas gevaarlijk als niemand meer een correctie voorspelt.
Verhouding tussen China en de Verenigde Staten verder gepolariseerd
Eén van de verschillen tussen Obama en Trump was de veel hardere opstelling van Trump richting China. Omdat Biden voorheen vice-president was onder Obama, lag het niet in de lijn der verwachting dat Biden het beleid van Trump zou gaan omarmen, maar dat is wel degelijk het geval. De handelssancties van Trump tegen China staan nog recht overeind, ondanks het feit dat deze er direct voor zorgen dat de inflatie in de Verenigde Staten oploopt. Door de sterke Amerikaanse economie was er ruimte voor zo’n harde lijn. Mogelijk dat er volgend jaar alleen ruimte is voor ontspanning.
Chinese obligaties verslaan Chinese aandelen
In de eerste zes weken van 2020 ging de Chinese beurs voortvarend van start, maar de piek viel samen met de start van het Chinese nieuwjaar. De afnemende kredietimpuls liep parallel aan de piek in economische groei. Bovendien maakte China van de krachtige groei van de wereldeconomie en de record exportcijfers gebruik om binnenlands orde op zaken te stellen. China besloot om op korte termijn door middel van meer regulering wat pijn te nemen om de economische groei op langere termijn te optimaliseren. De genomen maatregelen zijn vooral in het belang van Chinese consument en daarmee dus ook in het belang van de belegger. Chinese staatsobligaties staan dit jaar meer dan 10 procent in de plus, en zijn desondanks nog altijd een aantrekkelijke belegging.
Grote rotatie uit obligaties naar aandelen
Deze rotatie is deze eeuw al meerdere keren voorspeld, maar nog nooit uitgekomen. Een jaar geleden zag niemand het aankomen, maar opeens is die er. Er is het afgelopen jaar meer geld naar de aandelenmarkt gestroomd dan in de afgelopen 19 jaar. Eindelijk is de zoektocht naar rendement ten einde en vloeit het geld naar de aandelenmarkt. Gelet op al het geld dat in de afgelopen jaren naar de obligatiemarkt is gevloeid, is 2021 pas het begin. Geleidelijk lijken steeds meer beleggers ervan overtuigd dat aandelen de komende jaren een veel beter alternatief zijn dan obligaties. Dergelijke rotaties stoppen meestal niet bij het jaareinde.