Op de laatste klimaatconferentie in Glasgow (COP26) zijn vorderingen gemaakt, zoals de overeenkomst tussen China en de Verenigde Staten om samen te werken aan het terugdringen van de CO2-uitstoot, het nieuwe kader voor een wereldwijde CO2-markt en het klimaatpact van Glasgow. Tegelijkertijd heerst het gevoel dat de vooruitgang niet aan de verwachtingen voldeed, zoals blijkt uit de strijd om in te stemmen met de uitfasering van steenkool. Dit zijn de belangrijkste uitkomsten.
Oprichting International Sustainability Standards Board (ISSB)
Wellicht niet zo opvallend, maar de nieuwe ISSB kan grote gevolgen hebben, ook voor beleggers. De ISSB wordt beheerd door de IFRS (International Financial Reporting Standards) en zal basisnormen ontwikkelen voor ESG en duurzaamheidsrapportages. Dat betekent een wereldwijde standaard, hoewel het onwaarschijnlijk is dat de ISSB-normen verplicht zullen worden gesteld voor bedrijven. Wel zullen ESG-dataproviders al snel de ISSB-normen als basis gaan hanteren. De Europese Unie is nog altijd bezig met de technische normen voor SFDR en die kunnen in lijn worden gebracht met de ISSB-normen.
Focus verschuift van wanneer naar hoe
Op klimaatconferenties worden beloftes gemaakt over de reductie van onder andere de CO2-uitstoot. COP26 ging veel meer over hoe die beloftes worden nagekomen. Dat betekent dat er meer druk komt om de beloftes ook daadwerkelijk na te komen. Politici konden in het verleden makkelijk beloftes doen voor de verre toekomst, omdat die toch meestal moeten worden ingelost na hun regeringstermijn. Nu moeten ze aangeven hoe ze die doelstelling in de toekomst denken te bereiken. Dat kan natuurlijk niet door bijvoorbeeld 9 jaar niets te doen en alles in het laatste jaar te realiseren. Het risico om achter te blijven wordt nu voor eerst reëel en zichtbaar. Landen en bedrijven die streven naar de Net Zero (dus per saldo geen CO2-uitstoot meer) moeten veel doen om dat te realiseren. Vermogensbeheerders spelen daarin een rol door te streven naar Net Zero portefeuilles en dat betekent een meer actieve betrokkenheid bij beursgenoteerde bedrijven. Overigens bestaat in verschillende sectoren nog geen technologie om bedrijven te laten draaien zonder CO2-uitstoot. Investeringen in dergelijke nieuwe innovaties zijn dus zinvol.
Klimaatrisico gaat niet alleen over CO2-uitstoot
Een belangrijk onderdeel van COP26 was de toezegging van meer dan 100 landen om de ontbossing te beëindigen en terug te draaien. Herbebossing is op drie manieren zinvol. Allereerst zorgen bossen ervoor dat er minder waterdamp in de atmosfeer komt en waterdamp is nog altijd het belangrijkste broeikasgas. Daarnaast legt een bos CO2-vast. Tot slot houdt het bos en de ondergrond ook veel water vast en dat draagt bij aan het beperken van de zeespiegelstijging. Dit besluit heeft grote gevolgen voor bedrijven met activiteiten die verband houden met ontbossing, ook omdat de financiële sector wordt opgeroepen om deze bedrijven niet langer te financieren.
Transitie uit steenkool
Rijke landen gaan Zuid-Afrika helpen bij de transitie van steenkool naar alternatieve vormen van energie. Meer dan 70 procent van de elektriciteit in Zuid-Afrika wordt opgewekt met steenkool (vergelijkbaar met Polen, India en veel andere landen). Zuid-Afrika heeft te maken met regelmatige stroomstoringen die de economische groei remmen. Bovendien werken in de steenkolenmijnen veel mensen. Zuid-Afrika staat dus voor de keuze om meer te investeren in steenkool of om over te gaan op alternatieve vormen van energie. In totaal is er 8,5 miljard dollar toegezegd. Als dit model werkt in Zuid-Afrika dan kan dit geëxporteerd worden naar andere landen die veel steenkool gebruiken voor elektriciteit. Daarmee kan een aanzienlijke reductie van de CO2-uitstoot worden gerealiseerd.
CO2-reductie ook in private markten
Nu worden vooral beursgenoteerde bedrijven aangesproken op ESG- en duurzaamheidscriteria. Private markten zoals vastgoed, private equity en private debt bieden voordelen op dit gebied vanwege de korte communicatielijnen. Verder zijn private markten minder sterk gereguleerd waardoor het eenvoudiger is om veranderingen door te voeren. De perceptie bestaat dat private markten zich minder inzetten om de CO2-doelstellingen te bereiken. De belangrijkste private equity-bedrijven aanwezig op COP26 willen een grotere bijdrage leveren aan duurzaamheid met als inzet de verdere openbaarmaking van gegevens, vergelijkbaar met beursgenoteerde bedrijven. Die inzet wordt ondersteund door centrale banken die daarbij sturen via de kredietverlening door banken in het kader van de klimaatcrisis.
Photo by Artur Kraft on Unsplash