In de financiële wereld hebben veel beleggers niets tegen risico, zolang het maar geen geld kost. Om te voorkomen dat beleggers op het moment dat het geld gaat kosten de verkeerde besluiten nemen, wordt er vooraf een risicoprofiel opgesteld. Op basis van dat profiel veronderstellen beleggers dat ze veilig zijn. Zo lang ze maar binnen de bandbreedtes blijven van dit vastgestelde profiel, kunnen er geen financiële ongelukken gebeuren, zo is de gedachte.
Toch lijkt de overheid er alles aan te doen om de belegger aan te zetten tot de verkeerde acties. Allereerst blijft men dogmatisch vasthouden aan het gegeven dat staatsobligaties worden gezien als vrijwel risicovrij. Maar na forse verliezen op deze obligaties in het eerste kwartaal gecombineerd met een inflatie van 11,9 procent, zou iedere obligatiebelegger de waarschuwende 10 procent verliesrapportage moeten krijgen. In korte tijd is immers meer dan 10 procent van de koopkracht verdampt. Overigens is het maar de vraag wat de belegger met deze verliesrapportage gaat doen, zeker als tegelijkertijd de bandbreedtes van het risicoprofiel worden overschreden. Zolang de portefeuille binnen de bandbreedtes blijft is er sprake van geaccepteerd risico en dat is dus geen risico meer, maar zodra de bandbreedtes worden overschreden, komt het signaal dat het tijd is om actie te ondernemen. Het beste is deze verliesrapportage voor kennisgeving aan te nemen, maar het bericht roept nu eenmaal duidelijk op tot actie, overigens zonder ook maar aan te geven welke actie nu gewenst is. Moet er nu worden gekocht of verkocht? Helaas hebben beleggers de sterke neiging om bij dalende koersen te verkopen, zo’n brief is dan meteen het laatste zetje om dat ook te effectueren.
Obligaties verloren in het eerste kwartaal circa zes procent (wereldwijd in euro). Als dit zo doorgaat dit jaar gaan de defensieve risicoprofielen nat. Dat komt omdat de neerwaartse risicoacceptatie in deze defensieve risicoprofielen niet zo groot is. Dat neerwaarts risico is gebaseerd op het Value at Risk-systeem (V@R), een manier van risicobewaking dat begin jaren negentig is geïntroduceerd op de dealing room van JP Morgan. Het gebruik heeft mede bijgedragen heeft aan de Grote Financiële Crisis. V@R gaat er namelijk van uit dat risico’s normaal zijn verdeeld. Daar gaat het al fout, scheve verdelingen en dikke staarten komen vaak voor in de financiële wereld. Het verschil tussen de natuurkundige systemen waar V@R wel werkt en de financiële wereld is namelijk de mens. Die is uitstekend in staat om juist de extremen door emoties te versterken. Opeens komen de raketgeleerden op de dealing room erachter dat wat maar één keer in de 100.000 jaar zou mogen gebeuren, de afgelopen week al drie keer heeft plaatsgevonden. Na de Grote Financiële Crisis zou toch verwacht mogen worden dat bij het gebruik van V@R een dikke ‘garbage in, garbage out’ disclaimer hoort, maar niets van dat alles. In de komende maanden krijgen diverse beleggers in defensieve risicoprofielen waarschijnlijk een brief die oproept tot actie omdat de bandbreedtes van het V@R-model zijn overschreden.
De beleggers in defensieve profielen zijn in veel gevallen geen echte beleggers. Mensen die al langer beleggen zijn in de afgelopen jaren opgeschoven naar een hoger risicoprofiel. Wie uiteindelijk in het hoogste risicoprofiel komt dat volledig uit aandelen bestaat, heeft meerdere keren moeten tekenen dat de belegger alles kan verliezen en nog net niet met een restschuld kan blijven zitten. De beleggers in de defensieve risicoprofielen zijn vaak beginnende beleggers die door de lage of zelfs negatieve spaarrente gedwongen worden om te gaan beleggen. Wie eerst gewend was om te sparen en nu gedwongen wordt om te beleggen, krijgt niet opeens een totaal andere houding ten opzichte van risico. Dat is de reden dat veel spaarders wanneer ze gaan beleggen, worden veroordeeld tot beleggingen in obligaties. Daarmee komen ze van de regen in de drup, feitelijk wordt de negatieve spaarrente nu voor een langere periode vastgelegd. De komende tien jaar is het vrijwel zeker dat ze koopkracht zullen inleveren door de hardnekkig hoge inflatie, maar daarvoor wordt totaal niet gewaarschuwd. Wel waarschuwt de overheid deze beleggers op het moment dat de verliezen op een obligatieportefeuille oplopen tot meer dan tien procent. Geen enkel idee wat zo’n belegger met zo’n waarschuwing moet doen. Na eerst te worden gedwongen in een defensief profiel, wordt de belegger nu bij een verlies van tien procent geadviseerd om uit te stappen.
In plaats van beleggers te dwingen in het keurslijf van een risicoprofiel is het beter om beleggers een evenwichtig beeld te schetsen door de kans op het halen van de doelstellingen aan het eind van de rit af te zetten tegen het risico van tussentijdse schommelingen. De focus op een termijn van een jaar is nu te groot, terwijl de focus veel meer op de gehele beleggingshorizon zou moeten liggen. Ook het werken met scenario’s waarmee de belegger vooraf in geld kan zien hoeveel verlies in de praktijk mogelijk is, helpt om verkeerde besluiten op het verkeerde moment naar aanleiding van de verliesrapportage te voorkomen. Verder is het verstandig dat beleggers leren denken in koopkracht en niet in nominaal geld. Wat dat betreft mag er bij sparen wel een risicowijzer: pas op geld sparen kost koopkracht.