Op 24 april wordt de tweede ronde van de Franse presidentsverkiezingen gehouden. Macron en Le Pen, de nummers 1 en 2 van de eerste ronde op 10 april nemen het tegen elkaar op. Volgens de opiniepeilingen wint Macron met de kleinst mogelijke meerderheid, waarbij meteen aangetekend moet worden dat populisten moeilijk zijn te peilen en de neiging hebben om in de daadwerkelijke verkiezingen hoger te scoren dan opiniepeilers vooraf verwachten. Als Le Pen aan het roer komt kan waarschijnlijk gesproken kunnen worden van de Zesde Republiek. Franse hervormingen verlopen namelijk nooit door evolutie, maar altijd door een revolutie. De Frankrijk van de Vijfde Republiek sinds De Gaulle in 1958 lijkt zijn langste tijd te hebben gehad.
Ondanks het feit dat er echt wat te kiezen valt, is de belangstelling voor deze verkiezingen niet zo groot. De Franse bevolking lijkt het vertrouwen in de politiek te hebben verloren. Fransen verwijten Macron dat hij te veel met Europa en Rusland bezig was in de afgelopen maanden en dat hij in de eerste plaats president zou moeten zijn van de Franse republiek. Verder heeft ook de aanpak van de coronacrisis de populariteit van Macron niet bepaald doen stijgen. Nu is het normaal dat de populariteit van een president gedurende de ambtstermijn daalt, maar Macron doet het slechter dan vorige presidenten. Alleen Hollande scoorde nog slechter.
Voor de falende aanpak van de coronacrisis had Macron al het probleem met de Gilets Jaunes veroorzaakt. De Franse bevolking bestaat namelijk uit drie groepen. De eerste groep zijn de mensen in de steden, voornamelijk Parijs, de mensen met de hoogste inkomens. Die inkomens zijn in theorie nog hoger te belasten, maar toen het tarief naar 75 procent ging, bleek juist deze groep opvallend mobiel. Als de al omvangrijke Franse overheid (de piek lag ooit op 58 procent van de economie, maar dat is gelukkig wel minder groot geworden) nog meer belastingen wil ophalen, lukt dat niet meer bij deze groep. De tweede groep zijn de mensen in de banlieues, die ontvangen per saldo geld van de overheid, dus ook daar is niets te halen. Voor de presidentskandidaten staan de banlieues symbool voor alles wat mis is met het land: criminaliteit, islamitisch separatisme, mislukte integratie en drugshandel, een beeld dat overigens wel gecultiveerd wordt door de media. Inmiddels zijn de scherpe kantjes er wel van af en blijken de banlieues te zorgen voor de ook in Frankrijk zo noodzakelijke creativiteit en innovatie. Macron wordt wel het volledig ontbreken van een visie op deze wijken verweten, maar lijkt – afgezien van de linkse Melenchon – wel de kandidaat waar mensen uit de buitenwijken op zouden kunnen stemmen. Het is alleen jammer voor Macron dat mensen uit de banlieues nooit gaan stemmen. Tot slot is er de grote groep op het Franse platteland, inclusief de lagere middenklasse. Daar gaat een groot deel van het besteedbaar inkomen op aan vaste lasten. Er gaat bovendien een relatief groot deel naar energie, omdat er geen openbaar vervoer is op het platteland. Mensen leggen lange afstanden af voor hun werk. Een groot deel van het inkomen gaat op aan energie. Op het moment dat Macron komt met een belasting van 50 procent op fossiele brandstoffen, hebben deze mensen een geel hesje aangetrokken en zijn gaan protesteren.
Daarnaast hebben de pensioenhervormingen de populariteit van Macron niet doen toenemen en is er het schandaal rondom McKinsey dat in Frankrijk betrokken zou zijn bij witwassen en belastingfraude. Onder Macron is de inhuur van consultants zoals McKinsey sterk gestegen. Zo werd McKinsey ingehuurd om de problemen rondom de coronacrisis op te lossen. Dat leverde Macron niet alleen het verwijt op dat de Franse overheid niet langer in staat zou zijn om de eigen taken uit te voeren, na inschakeling van McKinsey verliep de aanpak van de crisis nog rampzaliger. De climax kwam toen Macron begin dit jaar de ongevaccineerden bestempelde als tweederangsburgers. Dat is wel erg tegen de geest van liberté, égalité en fraternité.
De verkiezingen op 24 april kunnen als Le Pen wint qua impact even groot zijn als de Brexit of de overwinning van Donald Trump. En dan te bedenken dat er in de afgelopen decennia er geen zittende Franse president is die een tweede termijn heeft gekregen. Veel kiezers onthouden zich liever van stemming dan op Macron te gaan stemmen, linkse kiezers moeten in de tweede ronde gemotiveerd worden om op Macron te gaan stemmen, door te appelleren op het gevaar van extreemrechts onder Le Pen. Dat lukte de vorige keer nog door Marine Le Pen te vereenzelvigen met haar vader Jean-Marie Le Pen, maar nu benoemen zowel links als rechts dezelfde problemen in de Franse maatschappij. In de extremen ontmoeten links en rechts zelfs elkaar, waarschijnlijk gaan nu 30 procent van de links-populisten toch op Le Pen stemmen.
Verder voert Le Pen dit keer geen campagne tegen de euro, maar als de Fransen voor Le Pen kiezen is er toch acuut sprake van een crisis in de eurozone. Le Pen komt nu met een vriendelijk programma van lagere belastingen en het bevriezen van de pensioenleeftijd op 62 jaar. Zelfs de immigranten mogen blijven, al moeten ze dan wel hun dubbele paspoort opgeven en kan iemand door te trouwen niet meer Frans staatsburger worden. Doordat ze op rechts is ingehaald door afgevallen kandidaat Zemmour, oogt Le Pen nu ook meer als een kandidaat van het midden. In de tweede ronde kunnen de aanhangers van Melenchon de doorslag geven. Zij moeten dan een afweging maken tussen de haat tegen Macron en de angst voor Le Pen. Als het geen strijd meer is tussen links en rechts, maar tussen de geglobaliseerde elite en populistische partijen dan wint Le Pen met vlag en wimpel. De peilingen gaan er van uit dat Macron gaat winnen, maar volgens de peilingen zou er ook geen Brexit zijn en zou Trump ook geen president zijn geworden.
Ook een Franse president heeft een meerderheid nodig in het parlement om te kunnen regeren. In juni zijn er daarvoor verkiezingen. Op dit moment heeft Le Pen 6 van de 577 zetels in het parlement. Als Le Pen wint, zal er toch een vrij chaotische periode volgen in het Franse parlement. Onder het Franse districtenstelsel zal het land na juni moeilijk te regeren zijn. Het risico bestaat dan dat de dollar versus de euro pariteit bereikt. Iets dat overigens niet alleen een gevolg is van de Franse verkiezingen, maar ook van de oorlog in Oekraïne. Door de sancties zullen Russen en in de toekomst ook Arabieren en Chinezen liever geen euro meer willen aanhouden, en zal de energie niet langer in euro moeten worden betaald, maar in harde dollars. Reken op een oplopend tekort op de handelsbalans. Daarbij is er een groeiend contrast tussen het beleid van de ECB en de Fed wat de euro onder druk zet. Als Macron zondag wint, dan zijn er voor de eurosceptici twee herkansingen. In de komende 14 maanden zijn er verkiezingen in Italië en Spanje. Dan moeten Draghi en Sanchez net zo veel geluk hebben als Macron, dat terwijl verder gestegen voedsel- en energieprijzen ook in die landen het electoraat zullen raken.