De kans leek even groot dat Duitsland en Frankrijk elkaar zouden ontmoeten in de Europese kampioenschappen voetbal. Deze kampioenschappen staan daarmee wellicht symbool voor de komende Europese politieke strijd. Na het vertrek van de Britten uit de Europese Unie draait het Europese beleid vooral om de as Berlijn-Parijs. In beide landen zijn binnenkort verkiezingen. Eerst in Duitsland op 26 september en volgend jaar 10 en 24 april in Frankrijk. De toekomst van Europa wordt daar bepaald.
De Europese Unie is dankzij de euro een onstabiel systeem. Door de economische verschillen binnen de eurozone zijn we telkens één recessie verwijderd van de volgende eurocrisis. De Zuid-Europese landen kunnen nog steeds niet tegen Exportweltmeister Duitsland op. Dat betekent dat mensen in Zuid-Europa Duitse auto’s kopen die feitelijk worden betaald met Duits steungeld, al dan niet direct via het herstelplan of indirect via de Target2-saldi. Lange tijd waren buitenlandse investeerders terughoudend om in Europa te beleggen vanwege de Brexit en de problemen in Italië. De Brexit ligt inmiddels achter ons en in Italië staat Super Mario aan het roer. Opeens staan daardoor de seinen op groen voor Europese aandelen. Europa is ook nog eens gevoelig voor de sterk groeiende wereldeconomie. Europese bedrijven richten zich veel meer op andere bedrijven, in tegenstelling tot Amerikaanse bedrijven die zich meer op de consument richten. Landen en bedrijven gaan volop investeren en Europese kapitaalgoederen komen dan goed van pas. Ook is Europa verder voor wat betreft de energietransitie en duurzaamheid in het algemeen, mogelijk een nieuw exportproduct.
De euro is een politiek project. Als gevolg van de coronacrisis moest Duitsland uiteindelijk toegeven. Er kwam een Europees herstelplan dat wordt gefinancierd uit de gezamenlijke pot. Europa mag daarvoor belasting gaan heffen. Zo’n fiscale eenwording is een grote stap. Weg zijn de begrotingsnormen van het verdrag van Maastricht. De Italiaanse schuld van 155 procent van het BBP en de Nederlandse schuld van 55 procent van het BBP zijn nu – kort door de bocht - een gezamenlijke schuld van 105 procent van het BBP. Zonde van al die jarenlange bezuinigingen in Nederland en slim gespeeld door de Italianen.
Het risico van dit spel is dat een deel van het electoraat besluit dat het Europese politieke project stopt. Daarvoor is wel een recessie vereist, want het economische hoogtij zorgt er voor dat alle boten blijven drijven. Bij de Duitse en Franse verkiezingen zit het tij mee. Armin Laschet, de opvolger van Merkel, ligt weer voor op de Grünen en hij wil conservatieve fiscale regels, een schuldenstop en ook dat het herstelfonds niet meer is dan een eenmalige geste. Laschet wil terug naar de normen van Maastricht. In Frankrijk wil Rassemblement National, de partij van Le Pen, niet langer uit de EU. Er komt dus geen Frexit volgens Le Pen. Le Pen en Macron gaan nek-aan-nek. Mogelijk dat Macron ondanks de spoorwegstakingen, de gele hesjes en de aanpak van corona toch wint. Dan blijven we nog even betalen met de euro, wachtend op de volgende recessie.
Photo by Koshu Kunii on Unsplash