Op dit moment is er in de aandelenmarkt een rotatie gaande van de corona-winnaars naar de corona-verliezers, van large caps naar small caps, van groei naar value en van Amerikaanse aandelen naar opkomende markten. Dit als gevolg van de overwinning van Joe Biden gecombineerd met de aankondiging van verschillende goedwerkende vaccins op rij. Dat betekent dat een wereld zonder de verstorende werking van het coronavirus op afzienbare termijn mogelijk is. Dat is uiteraard goed nieuws. De corona-winnaars – bedrijven die profiteren van online werken, leren en winkelen – worden geruild naar de bedrijven die juist veel last hebben van de lockdowns. Dat zijn vaak kleinere bedrijven en bedrijven die meer gevoelig zijn voor de economische cyclus. Die bedrijven zijn vooral buiten de Verenigde Staten te vinden en zijn door de eerdere forse afwaardering te kwalificeren als value.
Toch is het maar de vraag of deze rotaties volledig doorzetten. De grote tech-aandelen blijven koersmatig achter, maar worden niet massaal gedumpt. Nog steeds zijn er veel factoren die pleiten voor dergelijke groei-aandelen. Het zijn de disruptieve innovators die bovengemiddeld profiteren van de laagrentende omgeving. Value-aandelen zijn vaak de slachtoffers van disruptie, veelal zombiebedrijven die onvoldoende kasstroom genereren om bij een normale rente die te kunnen betalen. In Europa zijn veel value-sectoren ook nog eens bovengemiddeld gevoelig voor de toenemende regulering. Europa staat ook bekend om de grote versplintering waardoor veel value-bedrijven niet kunnen samengaan om zo grote kostenvoordelen te behalen. Elk Europees land houdt vast aan zijn eigen banken, nutsbedrijven, telefoonmaatschappijen en postbedrijven. Alleen het verdrijven van het Europese deflatiespook pleit komend jaar voor value. Value is iets dat je op landenniveau speelt: de Verenigde Staten voor de groei-aandelen en het Verenigd Koninkrijk en Japan voor de value-aandelen.
Toch is er een meer structurele rotatie die veel interessanter is en dat is de rotatie van grijs naar groen. Het marketingsucces van de verantwoorde ontwikkelingsdoelen heeft er voor gezorgd dat bedrijven, overheden en beleggers massaal duurzaam beleggen hebben omarmd. Duurzame bedrijven hebben daar koersmatig de afgelopen jaren sterk van geprofiteerd. Zo is de marktkapitalisatie van NextEra inmiddels groter dan die van Exxon, is die van het duurzame Enel het drievoudige van dat van Eni, stijgt Iberdrola al jaren waar Repsol krimpt en heeft het kleine Deense Orsted dit jaar BP ingehaald. Wie duurzame portefeuilles met elkaar vergelijkt, komt opvallend vaak dezelfde namen tegen: Vestas, United Health, Tomra, Danaher, Thermo Fisher Scientific, Novozymes, Genmab, Sika AG en Schneider staan geregeld in de top tien grootste posities. Deze bedrijven worden hoog gewaardeerd op basis van hun duurzaamheidsprofiel. Dat is inmiddels de grote oliebedrijven ook opgevallen en die zullen op basis van het herwaarderingspotentieel de eigen duurzame transitie versnellen. Steeds meer kleinere bedrijven als Alfen, Arcadis, Avantium, Corbion, Signify, Befesa en Umicore zien kansen om van de duurzame transitie te profiteren. Dat legt ze koersmatig geen windeieren. Let de komende jaren vooral op voorheen donkergrijze bedrijven die het groene verhaal komen vertellen. Dat is niet alleen goed voor de winstontwikkeling, maar ook voor de waardering.
Photo by Ryunosuke Kikuno on Unsplash