Hoewel olieprijzen zo’n 30 dollar onder top van eerder dit jaar staan en bijna 50 dollar lager staan dan op het eerdere hoogtepunt in 2008, hebben de collectieve energieprijzen deze maand een nieuw record aangetikt. Energie bestaat uit veel verschillende componenten, maar toch nog altijd voor 84 procent uit fossiele brandstoffen. In 2001 was dat 86 procent. Ondanks alle miljarden investeringen in windmolens, zonnecellen en andere duurzame initiatieven zijn we per saldo een schamele 2 procent opgeschoten in de energiemix. Bovendien is tot nu toe het laaghangend fruit geplukt. Het is veel simpeler een auto elektrisch te laten rijden, dan staal te produceren op basis van duurzame energie. De volgende stappen vergen hoge investeringen, maar vooral ook veel energie.
Tot iets meer dan een jaar geleden bewogen de prijzen voor steenkool binnen een bandbreedte van 40 tot 80 dollar per ton. Gestaag werd het verbruik van steenkool teruggebracht en vervangen door aardgas. Aardgas werd gepositioneerd als de ideale transitiebrandstof, met minder CO2-uitstoot dan steenkool. Dat klopt wellicht voor gewoon aardgas, voor LNG is de CO2-uitstoot gewoon hoger gelet op de hoge energiekosten om aardgas af te koelen en te vervoeren. Verder ‘lekt’ er veel aardgas bij de productie en de belangrijkste component van aardgas is methaan, een veel sterker broeikasgas dan CO2. Inmiddels wordt er 400 dollar per ton betaald voor steenkool en omdat de dollar lange tijd niet zo duur is geweest is er sprake van een record steenkolenprijs in euro. Wereldwijd komt er nog altijd een kwart van alle energie uit steenkool, maar omdat de gasprijzen sterk zijn gestegen, wordt steenkool weer gezien als alternatief. Vanuit klimaatperspectief is het waarschijnlijk ook beter om nog drie jaar steenkool te stoken en daarna meteen over te stappen op alternatieve energie. Om LNG rendabel te krijgen moeten we de komende dertig jaar LNG blijven verstoken en daarmee gaan we de klimaatdoelen niet halen.
Aardgasprijzen zijn in Europa in iets meer dan een maand verdubbeld. En de prijs een maand geleden was al een verzesvoudiging van de aardgasprijzen twee jaar geleden. In Europa is Duitsland sterk afhankelijk van Russische energie. De helft van het Duitse gas, een derde van de Duitse stookolie en de helft van alle Duitse steenkool komt uit Rusland. Wanner er geen Russisch gas meer is, moet de Duitse industrie waarschijnlijk over een jaar de deuren sluiten. En nu is het nog zomer, normaal gesproken zijn gasprijzen dan laag. Een strenge winter in Europa betekent meteen een ernstig energiecrisis. Wat dat betreft zijn Europeanen wellicht blij met global warming, maar ze moeten zich wel realiseren dat de Atlantic Meridional Overturning Circulation (de AMOC), waar de warme golfstroom een onderdeel van is, op zijn zwakst is in duizend jaar tijd. In plaats van een zeeklimaat krijgt Europa dan meer een landklimaat met hete zomers en strenge winters. Het energieverbruik zou hierdoor maar zo kunnen verdubbelen.
Gelukkig zijn de olieprijzen wat gedaald, maar die daling zal niet terug te zien zijn in het inflatiecijfer. Ruwe olie is namelijk geen onderdeel van het inflatiemandje, maar benzine en diesel wel en die staan op records. De reden is dat we de afgelopen jaren niet alleen onvoldoende hebben geïnvesteerd in de winning van fossiele brandstoffen, maar dat er nog veel minder is geïnvesteerd in nieuwe raffinagecapaciteit. Raffinaderijen zijn dure installaties en met de lage marges en het einde van fossiel in zicht, was er nauwelijks animo van de kant van investeerders. Daar plukken we nu de wrange vruchten van, de crack spreads staan op records en vooral bij diesel dreigen acute tekorten. Diesel is veel belangrijker dan benzine. Zonder diesel geen mijnbouw, zonder diesel geen landbouw, zonder diesel geen transport. De dieselprijzen zijn nu duidelijk hoger dan in 2008, terwijl toen de olieprijzen op 147 dollar per vat piekten. Zelfs met deze hoge marges blijven investeerders terughoudend. Het Europese parlement wil een verbod op fossiel aangedreven auto’s in 2035. Gevolg, verdere stijging van de prijzen, net zolang dat de marges zo hoog zijn dat een raffinaderij in slechts enkele jaren kan worden afgeschreven. Verder is ook opvallend hoe snel en hoe sterk het transport weer is hersteld. We staan weer als vanouds in de file en op zo’n beetje elke luchthaven in de wereld is de collectieve gekte uitgebroken. Zo’n 30 procent van onze huidige energiehonger wordt gestild met olie. Maar slechts 40 procent van de olie wordt gebruikt als brandstof, de rest wordt vooral gebruikt als grondstof voor verschillende industriële processen. Als de wereldconsumptie in tien jaar tijd gaat verdubbelen, dan zullen we de 20 procent meer olie nodig hebben, alleen al voor de industrie en dan blijft er niets over voor transport.
Slechts 4 procent van alle energie komt uit kernenergie, maar dat is nog altijd meer dan uit zon en wind samen. Een van oudsher schone energiebron zoals waterkracht is zelfs groter dan zonne-, wind- en kernenergie samen, maar bij elkaar is dat niet meer dan 6 procent van het totaal. Toch mag de impact van waterenergie op de energievoorziening niet worden onderschat. Het huidige energieprobleem is deels hierdoor ontstaan. Omdat het te weinig had geregend in Zuid-Amerika en China, moesten ze daar overschakelen op fossiele brandstoffen, waaronder LNG. Global warming zorgt zo voor minder alternatieve energie. Verder duurt het vele jaren om kerncentrales erbij te zetten. Ondertussen stijgen de uraniumprijzen verder. Als we de prijzen van kolen, gas en olie (diesel en benzine) bij elkaar optellen, staan we nu op het hoogste prijsniveau ooit. Bedenk verder dat energie moet worden betaald in dure dollars. Het blijft opvallend hoe weinig investeringen daartegenover staan. Dit zal er voor zorgen dat we tekorten houden, maar ook dat de inflatie hoog zal blijven. Energie is namelijk de basis van zo’n beetje alles. Er zullen de komende jaren dus nog vele nieuwe records volgen.