Rendementen op de aandelenmarkt zijn niet normaal verdeeld. Circa 50 procent van de aandelen zorgen alleen maar voor verliezen in portefeuille. De winst van meer dan 45 procent van alle andere aandelen is net voldoende om die verliezen te compenseren. Wat overblijft is een klein percentage aandelen dat goed is voor het totale aandelenrendement. Zo bekeken is indexbeleggen een onzinnige bezigheid. In plaats van de moeite om alle aandelen te kopen, kan een belegger beter op zoek gaan dat kleine groepje winnaars op lange termijn. Nu heeft dit kleine groepje aandelen vaak één gemeenschappelijke eigenschap en dat is dat ze naar objectieve maatstaven vaak duur zijn. De markt is niet gek, kansrijke kandidaten worden hoog gewaardeerd. Een bijkomend probleem is dat beleggers de neiging hebben om winst te nemen. Onder het motto ‘van winstnemen is nog nooit iemand armer geworden’ worden de mooiste bedrijven verkocht. Als je zou kijken hoe groot deze gemiste winst is, dan is meteen duidelijk dat te vroeg verkopen één van de grootste beleggingsfouten is. Let your profits run and cut your losses short. Helaas worden veel professionele beleggers op kwartaalbasis of op jaarbasis afgerekend. Dat draag eraan bij dat juist aandelen met zo’n enorm rendementspotentieel worden verkocht. Je laat dan toch wat zien. Er zijn echter maar weinig beleggers die aandelen terugkopen op hogere niveaus.
In het kader van dat ook niets menselijks mij vreemd is, geef ik drie voorbeelden van gemiste winst uit de praktijk. Het zijn ook drie voorbeelden van bedrijven die ook op dat moment juist verrassend goedkoop waren, namelijk Softbank, Apple en Sunny Optical Technology. In 1995 werd John Chambers de CEO van Cisco Systems. Er waren ongeveer 18 miljoen Amerikanen online, maar slechts 3 procent daarvan maakten gebruik van het World Wide Web. Amazon was net begonnen als de grootste boekwinkel op aarde en Chambers hield een speech met als titel ‘The internetworking takes off’, volgens Chambers de grootste digitale transitie ooit. Cisco was te koop voor een paar miljard en een jaar later kwam Yahoo naar de beurs. Nu was Cisco een prima belegging, maar de echte belofte zat in de bedrijven die gebruik maakten van het internet. Toen in de tweede helft van 1998 de koers van Yahoo! verticaal ging, leek het te laat. Maar tussen kerst en oud- en nieuw kwam een collega met het idee van Softbank, het Japanse conglomeraat dat een belang had in Yahoo!. Dat belang alleen al was meer waard dan geheel Softbank, wat daarmee een koopje was. Het jaar daarop vertwintigvoudigde de koers van het aandeel Softbank. Begin 2000 werd een euforisch hoogtepunt bereikt toen de broker Lehman het koersdoel van het aandeel Softbank verviervoudigde naar 400.000 yen, het moment om te verkopen want wat volgde was het grootste koersverlies in absolute zin ooit. Maar Softbank kocht op vrijwel datzelfde moment voor 20 miljoen dollar een fors belang in Alibaba, iets wat nu honderden miljarden waard is. Een jaar later kocht het Zuid-Afrikaanse Naspers voor een vergelijk bedrag een groot belang in Tencent. Toch zijn er maar weinig beleggers die deze aandelen de afgelopen twintig jaar voortdurend in portefeuille hadden. Wel goed voor duizenden procent rendement.
Een ander voorbeeld van de korte versus de lange termijn is het moment dat mijn voormalige baas binnen komt wandelen met één van de eerste iPods. Niet lang daarna vergeleek ik het aandeel Apple met het aandeel Nintendo. Het aardige was dat beide bedrijven op dat moment een marktkapitalisatie hadden van circa 10 miljard dollar en dat een groot deel daarvan bestond uit liquiditeiten, 4 miljard voor Apple en 6 miljard voor Nintendo. Gecorrigeerd daarvoor noteerden beide bedrijven op ongeveer één keer de omzet. De iPhone was nog niet in zicht, maar duidelijk was wel dat Apple vooropliep qua innovatie. De interesse in Nintendo werd gewekt door de aanstaande introductie van de Wii. Met de bestaande bibliotheek van Nintendo (waaronder Super Mario) zou dat een grote hit kunnen worden. Dat werd het ook en in enkele jaren vertienvoudigde de koers. Tot aan de introductie van de iPhone versloeg het aandeel Nintendo het aandeel Apple met gemak, maar sindsdien is Apple vervijftigvoudigd, terwijl het aandeel Nintendo nog op het niveau staat van toen.
Voor velen is 2007 het jaar van de start van de kredietcrisis, maar het jaar zal toch echt de geschiedenis ingaan als het jaar van de introductie van de iPhone. Zonder iPhone had de wereld er totaal anders uitgezien. Nu kunnen leveranciers van onderdelen van een succesvol product vaak een interessant alternatief vormen voor een rechtstreekse belegging van in dit geval Apple. Als het product populair is, is dit meestal ook af te lezen uit de waardering voor het bedrijf. Bij een leverancier van onderdelen is de populariteit veel minder zichtbaar. Een van de pluspunten van de iPhone ten opzichte van oudere mobiele telefoons is dat je er nu ook echt mee kon fotograferen. De kwaliteit van de camera verbeterde als ook uiteraard de kwaliteit van het afleesscherm. Bovendien had zowel de voorkant als de achterkant een lens. De vraag kwam op wie die lensjes maakte en dan kom je snel uit bij de grootste Chinese lenzenproducent die op dat moment een verrassend lage waardering had. Enkel jaren later noteerde Sunny Optical ongeveer 2 Hongkong dollar, op dit moment 233 Hongkong dollar. Het kan verkeren. Die iPhone was niet mogelijk geweest zonder het Nederlandse ASML. Begin 2009 was ASML een zorgenkindje, inmiddels is het aandeel verveertigvoudigd naar 860 euro.
Er zijn veel meer voorbeelden, maar in de genoemde bedrijven heb ik voor langere of kortere tijd belegd. Helaas ben ik bij geen enkel bedrijf blijven zitten. Voorstel is om in de performancerapportage van een portefeuille voortaan een extra kolom toe te voegen, namelijk de kolom met de gemiste winst. Dat zorgt er wellicht voor dat we terughoudender zijn met winstnemen en het vergroot ook de kans dat de lange termijn winnaars een groter onderdeel worden van de portefeuille.