Een goede eigenschap van mensen is dat ze zich kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden. Niet elk individu voor zich, maar collectief. De mens onderscheidt zich van al het andere leven op aarde door het vertellen van verhalen. De complexe samenwerking tussen mensen vereist een gemeenschappelijk doel en het verhaal maakt dat mogelijk. Door verhalen en mythes kunnen we ons iets abstract inbeelden, inclusief de toekomst. Landsgrenzen, geld, diploma’s, het zijn allemaal hedendaagse mythes. Ideologieën en religies boden in het verleden veel houvast, maar nu is de mens op zoek naar een nieuw collectief project, naar een nieuw verhaal. Het vermogen om die verhalen te vertellen is geperfectioneerd. Journalistiek en marketing zijn ver ontwikkeld. Dankzij moderne communicatie gaan verhalen acuut wereldwijd viraal. In de beleveniseconomie is het verhaal zelfs belangrijker geworden is dan de werkelijkheid. Door de virtuele realiteit is waarheid iets subjectiefs geworden. Discussies over de werkelijkheid ontsporen door iets tot fake news te bestempelen.
Ook voor economen en beleggers is kennis over de kracht van het verhaal van belang. Professor Shiller gaat in zijn recente boek ‘Narrative economics’ verder waar de belegger Keynes met zijn ‘animal spirits’ is gestopt. Daarmee kan hij de start van een recessie beter verklaren dan de uitgebreide modellen van het IMF. Maar de kracht van het verhaal is ook af te lezen aan het koersverloop van Tesla. Nu kijken economen vooral naar het heden en kijken beleggers naar de toekomst. De cyclus op de beurs loopt vooruit op de cyclus in de economie. De beurs is een afspiegeling van de toekomstvisie van alle beleggers gezamenlijk. Gezamenlijk vormen zij de collectieve wijsheid van de markt, van op dat moment het meest relevante verhaal.
Het gemak waarmee beleggers over eenmalige negatieve gebeurtenissen heen kunnen stappen is elke keer opvallend, maar wel realistisch. Het gaat voor de belegger om de contante waarde van toekomstige kasstromen. De boodschap na het V-vormige herstel in april is dat we over zes maanden waarschijnlijk uit de recessie zijn en dat desondanks de rente (de verdisconteringsvoet) nog veel langer laag zal blijven. De negatieve effecten van de recessie, zoals terughoudende consumenten, lagere investeringen en meer faillissementen worden opgevangen door extreem fiscaal en monetair beleid. Economie en liquiditeit zijn wat dat betreft communicerende vaten. Beide vaten dreigen nu over te stromen door de uitbundige liquiditeit. Die zal ook in de komende jaren een positieve invloed hebben op de economie, zelfs na afloop van de Coronacrisis. De beurs voorspelt dat die nieuwe wereld vooral voor technologiebedrijven kansen biedt. Zelfs als de inflatie oploopt, zal de rente laag blijven. Goed voor aandelen, niet voor obligaties. Het is ook niet ondenkbaar dat lage rente, fiscale steun en monetair beleid op termijn zorgt voor hogere winsten en hogere waarderingen.
Van nature ben ik een optimist, iemand die denkt dat de toekomst zich positief zal ontwikkelen. Ik geloof dat het aanpassingsvermogen van de mens structureel wordt onderschat. Optimisten worden vaak gezien als naïef. Pessimisten hebben vooral oog voor wat er mis kan gaan en lijken daardoor over alles te hebben nagedacht. Pessimisme zorgt er ook voor dat er meer geld verloren gaat met het timen van de volgende correctie, dan met de correctie zelf. Om te veel optimisme te voorkomen, stel ik daarom altijd dat ik niets weet, een prima bescherming tegen overmoed. Liever een realist dan een optimist of een pessimist, zelfs al gaat het om de virtuele realiteit van de toekomst. Voor een realist is het glas niet half vol of half leeg. Die gaat op zoek naar de kraan en die stroomt volop.
Photo by Jacek Dylag on Unsplash