De Coronacrisis heeft een grote impact op het wereldwijde toerisme. Het aantal buitenlandse toeristen in Nederland zal dit jaar naar verwachting dalen van 21 miljoen naar 6 miljoen. Daarbovenop halveert het aantal Nederlanders dat in eigen land op vakantie gaat, al profiteert Nederland mogelijk wel van de thuisblijvende Nederlandse toerist. In een normaal jaar geven toeristen uit zowel binnen- als buitenland circa 85 miljard euro uit in ons land. Het aandeel van de toeristische bestedingen in de Nederlandse economie is circa 4,5 procent en deze sector is goed voor 7,5 procent van de werkgelegenheid. Toch is het belang van het toerisme voor Nederland kleiner dan voor de rest van Europa. Toerisme draagt voor gemiddeld 9 procent bij aan de Europese economie en in Zuid-Europese landen kan dat oplopen van 10 tot 25 procent. De schattingen van de economische schade voor de toeristische sector schommelen tussen de 500 en de 1000 miljard euro, dus ongeveer gelijk aan het nieuwe Europese herstelfonds van 750 miljard euro. We gaat dit jaar minder op vakantie naar Zuid-Europa, maar die landen krijgen daarvoor een in omvang vergelijkbare vergoeding van de Europese Unie.
Grote delen van Europa zijn open voor vakantiegangers, maar afgezien van de groep jongeren die naar Spanje, Portugal en Griekenland gaan, is het ook in die landen stil. Buiten Europa is vakantie vrijwel onmogelijk. Niemand wil naar de Corona-hotspots. Geen enkel land zit ook te wachten op toeristen uit zo’n gebied. De Amerikanen zijn dit jaar veroordeeld om thuis te blijven. Maar ook landen als China en Australië houden hun eigen mensen thuis, buitenlanders komen er niet in. In Thailand, Maleisië, Hong Kong en Singapore is het aandeel van het toerisme in de economie groot. De overheid wordt hier dan ook gedwongen om de portemonnee te trekken. Dat is gemakkelijker voor Hong Kong en Singapore dan voor Thailand, Maleisië, Turkije, Brazilië, Mexico en Zuid-Afrika. Deze laatste groep landen zijn namelijk ook van het buitenland afhankelijk voor de financiering van binnenlandse schulden. Als het toerisme wegvalt, worden ze extra kwetsbaar. Vooral opkomende markten lijken hard geraakt te worden door het wegvallende toerisme. Toch speelt in de drie grootste opkomende markten, China, Zuid-Korea en Taiwan, het toerisme geen grote rol. Het feit dat de Russen thuis is zelfs een opsteker voor de Russische economie.
Toerisme is goed voor iets meer dan tien procent van de wereldeconomie. Het geld dat landen met toerisme verdienen, vormt een belangrijke bron van buitenlandse deviezen. Toerisme is arbeidsintensief en biedt veel banen voor laag opgeleiden aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Vooral arme landen profiteren van het toerisme. Elk jaar gaan er nauwelijks toeristen naar Australië, maar spenderen Australiërs wel 38 miljard Australische dollar per jaar aan buitenlandse vakanties. Het sluiten van de grenzen is dan ook goed nieuws voor de Australische economie. Ook de Amerikanen zijn big spenders tijdens de buitenlandse vakanties. Op het gebied van buitenlandse reizen staat China tegenwoordig op één. Beide landen zitten effectief op slot. Het voordeel is wel dat toeristische hotspots opeens verlaten zijn. Het zal even wennen zijn in Amsterdam zonder al die rolkoffers, weg zijn de wachtrijen bij de Eiffeltoren, geen chaos meer op Mont St.Michel en doodse stilte op Santorini.
Een groot deel van het geld dat mensen besparen door niet op de vakantie te gaan, geven ze niet uit. De spaarquote gaat dus omhoog. Mogelijk dat de Coronacrisis en een grotere baanonzekerheid er voor zorgen dat ze langere tijd wachten met het uitgeven, maar de geschiedenis leert dat bij de eerste tekenen van normalisatie de consument weer spendeert wat er binnenkomt. Dit zorgt voor een extra bijdrage als de economie weer aantrekt, iets dat bijdraagt aan een sterk economisch herstel na de Coronacrisis. Wel is het waarschijnlijk dat de Coronacrisis nog lang effect zal hebben op het gedrag van toeristen. Het zal moeilijk zijn om een cruiseschip weer te vullen en ook de luchtvaart lijkt langer last te hebben dan na Sars. Toen was het een half jaar later weer business-as-usual. Maar de verhuur van vakantiehuizen en campers kunnen profiteren van de Coronacrisis.
Het gewicht van de toeristische industrie op de beurs was al niet groot voor de Coronacrisis en is de afgelopen maanden nog kleiner geworden. Luchtvaartmaatschappijen hebben veel mensen in dienst, maar de marktkapitalisatie is opvallend klein. Cruiseschepen, casino’s, hotelketens, restaurants en resorts zijn maar deels beursgenoteerd en dan nog is het een klein percentage van de index. Dat komt ook omdat veel technologiebedrijven tegenwoordig zwaar wegen. Die bedrijven profiteren juist van de Coronacrisis, omdat iedereen online gaat winkelen, werken en leren. De marktkapitalisatie van Facebook inmiddels groter dan alle in Italië genoteerde bedrijven bij elkaar. Dat terwijl Italië in omvang nog altijd de achtste economie ter wereld is. Op lange termijn is toerisme wel een interessante sector voor beleggers, het is namelijk een segment dat sterker groeit dan de totale economie. Er zijn ook structurele trends die de groei ondersteunen, zoals de toenemende welvaart en de opkomende Aziatische middenklasse. Bovendien moeten mensen toch wat te doen hebben op het moment dat een groot deel van het werk wordt overgenomen door robots. Wellicht dat de Coronacrisis zorgt voor een interessant instapmoment, zo lang deze bedrijven ten minste in staat zijn om de crisis te overleven.