Sinds de Grote Financiële Crisis zijn er aanhoudende en harde beschuldigingen dat korte-termijn-denken ten koste gaat van innovatie, lange-termijn-investeringen en arbeidsvoorwaarden. Om dit tegen te gaan riep de Amerikaanse president deze maand op om te stoppen met omvangrijke verplichte kwartaalrapportages. Amerikaanse CEO’s zijn het met hem eens. Minder transparantie is in deze door data gedreven wereld echter niet de oplossing. Begin eerst maar eens met het op de lange termijn afrekenen van bestuurders, analisten en beleggers.
In de VS legt de Securities Act uit 1933 veel verplichtingen op aan beursgenoteerde bedrijven, waaronder ook kwartaalrapportages bij de SEC. In de jaren dertig was dit de eerste wet om de crisis op de financiële markten te bestrijden. Na de laatste crisis reageerden overheden verschillend. In 2013 schafte de Europese Commissie de verplichting om op kwartaalbasis te rapporteren af, onder meer om de administratieve lasten voor bedrijven te beperken. Halfjaarrapportages zijn sindsdien voldoende. Maar in Japan is het sinds 2008 juist verplicht om op kwartaalbasis te rapporteren, opnieuw om de transparantie te verbeteren.
Kwartaalrapportages zijn er om beleggers te informeren, maar kosten veel aandacht en tijd van beursgenoteerde bedrijven. Dat lijkt een oplosbaar probleem in deze tijd van Big Data. Binnen beursgenoteerde bedrijven is meer inzicht in de eigen prestaties, vaak zelfs real-time. Het wordt dus eenvoudiger om informatie met enige regelmaat gestructureerd door te zetten naar beleggers. Diezelfde beleggers baseren zich niet alleen meer op kwartaalrapportages. Informatie van concurrenten, klanten en toeleveranciers zijn elektronisch beschikbaar. Steeds vaker wordt het internet afgespeurd door zelflerende machines die voor beleggers relevante informatie naar boven halen. Rapporteren per halfjaar gaat in tegen de groeiende stroom aan data, maar het maakt een lagere rapportagefrequentie ook mogelijk.
Een bezwaar van kwartaalrapportages is de focus op de korte termijn. Uit het vakgebied van de behavioral finance is bekend dat mensen zich gemakkelijker gebeurtenissen herinneren uit het nabije verleden dan uit het verre verleden. Bovendien schatten we, zo lang het goed gaat, de kans op een rampbericht steeds kleiner in, ook al blijft die statistisch gelijk. Direct na het rampbericht wordt psychologisch de kans sterk uitvergroot. Beleggers gedragen zich bijziend, waarbij ze ook nog kuddegedrag vertonen. Men kijkt naar elkaar waardoor gedrag gaat correleren, met meer volatiliteit tot gevolg. Het gaat hier niet om de frequentie van de informatie, maar hoe we er mee omgaan.
Het is niet mogelijk om terug te keren naar een tijd met minder transparantie. Veel belangrijker is te realiseren dat informatie zorgt voor prikkels bij bestuurders, analisten en beleggers. Ze worden maar al te vaak afgerekend op de resultaten op korte termijn en bevinden zich in een wereld van rankings, benchmarks en kwartaalresultaten. Net als die kwartaalresultaten zijn beurskoersen niet meer dan een momentopname. Voor beleggers gaat het niet om de prijs die je betaalt, maar om de waarde die je krijgt.