Handel met voorwetenschap komt nog steeds voor. Bestrijding daarvan is onvoldoende zichtbaar. Dat tast het vertrouwen in eerlijke en transparante markten aan. Zo snel mogelijk de besmette transacties terugdraaien is de beste oplossing.
Handel met voorwetenschap is een vorm van marktmisbruik. De koper of de verkoper beschikt over niet-openbare koersgevoelige informatie waardoor een oneerlijk voordeel wordt behaald. Onderzoek door de toezichthouder is vooral gericht op het bestraffen van de dader, iets waar de eerlijke koper of verkoper in financieel opzicht niets mee opschiet.
Euronext en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) hebben wel de mogelijkheid om koersen door te halen en transacties terug te draaien, maar maken van deze mogelijkheid onvoldoende gebruik. Het lijkt er op dat de commissaris van de notering tegenwoordig minder macht heeft dan vroeger.
Moeilijk te bewijzen, traag proces
Ook de AFM heeft tegenwoordig de technische middelen om onregelmatigheden op te sporen. Men beschikt over gedetailleerde realtime koersinformatie waarbij de toezichthouder bovendien de identiteit van de kopers en verkopers kan zien.
Computers kunnen grote hoeveelheden data tegenwoordig steeds sneller analyseren waardoor bijna realtime inzicht kan worden verkregen of er sprake is van marktmisbruik. Toch blijft direct ingrijpen achterwege. Wat de toezichthouder nu doet is dat bij een vermoeden van handel met voorkennis de FIOD-ECD wordt ingeschakeld, waarna er een officieel onderzoek volgt. Het enige wat de buitenwereld daarvan merkt, is dat er soms geruime tijd later invallen volgen bij verdachten. Het materiaal wordt daarna vaak jarenlang onderzocht. De kans dat zo'n zaak voor de rechter komt is klein. Vaak wordt het afgedaan met een schikking, als het al zo ver komt. Voorkennis blijkt in de praktijk moeilijk te bewijzen. Voordeel van een schikking is dat dit ook niet hoeft. Gevolg is dat vaak aansprekende gevallen van handel met voorwetenschap als een nachtkaars uit lijken te gaan. Dit is niet goed voor het vertrouwen van het publiek in eerlijke en transparante financiële markten.
Een ezel stoot zich in het gemeen...
Op 29 oktober 2019 tijdens beurs deed de familie Wessels een bod op de aandelen VolkerWessels. Het bod is 21,75 euro inclusief interim-dividend, lager dan de koers waarvoor VolkerWessels niet zo lang geleden opnieuw naar de beurs kwam. De familie bezit nog altijd twee derde van alle uitstaande aandelen. Het aandeel sloot ruim 18 procent hoger, maar wat opvalt is dat een belangrijk deel van die koersstijging werd gerealiseerd voorafgaand aan het bod. Bovendien viel de forse koersstijging extra op in een markt die lager sloot. Het lijkt er op dat een deel van de markt al voor het uitbrengen van het persbericht op de hoogte was van het bod.
Kennis van het bod is op zich niet strafbaar, maar handelen op basis van die informatie wel. En het is ook niet de eerste keer bij VolkerWessels. De familie Wessels deed op 13 maart 2003 ook een bod op de aandelen Volker Wessels Stevin. Toen bood de familie 21 euro per aandeel. Dat bod was maar liefst 70 procent hoger dan de slotkoers van de dag daarvoor. Wat dat betreft oogt het huidige bod wat mager. In 2004 werd door de FIOD-ECD een onderzoek gestart naar gebruik van voorwetenschap rondom het bod in 2003. Pas in de zomer van 2006 werd aan twee van de vijf verdachten een transactie aangeboden ter voorkoming van strafvervolging en ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Grotere rol commissaris van de notering
Ook nu zal de toezichthouder wel een onderzoek starten. Mogelijk dat we over enkele weken of maanden zien dat er invallen worden gedaan, waarna het wederom jaren zal duren voordat de onderzoeksresultaten bekend zijn. Veel eenvoudiger is het om alle transacties van de ochtend van de 29e oktober direct terug te draaien.
Het enkele feit dat er sprake is handel met voorwetenschap heeft er immers voor gezorgd dat koersen die ochtend stegen. Voor een belegger is de koers en de ontwikkeling daarvan belangrijke informatie in de beslissing om te kopen of te verkopen. Die koersontwikkeling gaf die ochtend op basis van de wel beschikbare openbare informatie een onjuiste voorstelling van zaken. Volgens artikel 6:228 is er dan sprake van dwaling en zo'n overeenkomst is vernietigbaar, wat betekent dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen. Met terugwerkende kracht kan zo'n transactie worden teruggedraaid, al klinkt het doorhalen door de commissaris van de notering fraaier.
Uiteraard zijn er die ochtend ook kopers geweest die zonder informatie over het op handen zijnde bod aandelen hebben gekocht. Maar in dit geval weegt het belang van goed werkende financiële markten op tegen het belang van deze individuele koper, zeker wanneer iedereen weet dat transacties kunnen worden teruggedraaid.
Goed voor het rechtsgevoel en vertrouwen
Het is dan natuurlijk wel van belang dat dit zo snel mogelijk zal gebeuren, liefst nog op de dag van de transactie. De koper van die ochtend leidt geen verlies, er is alleen sprake van gemiste winst. De verkoper die dwaalde door zich te baseren op een te hoge koers (normaal gesproken een goede reden om te verkopen) ziet dat zijn dwaling onmiddellijk wordt gecorrigeerd. Hij hoeft niet naar de rechter te stappen, wetende dat ook hier een groot gat zit tussen recht hebben en recht halen. Zo'n lik-op-stuk-beleid is niet alleen goed voor het rechtsgevoel, maar ook voor het vertrouwen in transparante en eerlijke markten.
Photo by Gerrit Serné, Rijkswaterstaat, nieuwe zeesluis IJmuiden