Het broeikaseffect is een natuurlijk verschijnsel. De gassen die van nature in de atmosfeer aanwezig zijn, absorberen een deel van de warmte die de aarde uitstraalt. Als er geen enkel broeikasgas door de atmosfeer zweefde, vroor het op aarde gemiddeld achttien graden. Door de menselijke activiteiten neemt de concentratie van een aantal van deze gassen echter gevoelig toe, wat het natuurlijke broeikaseffect versterkt. Er zijn ook synthetische stoffen die een sterk broeikaseffect veroorzaken. Al die gassen hebben een verschillend opwarmend vermogen, ook wel ‘global warming potential’ genoemd. CO2 wordt gebruikt als referentiewaarde en heeft een opwarmend vermogen van 1. Methaan heeft een opwarmend vermogen van 25. Alleen gaat dit helaas niet in een rechte lijn, op het moment de permafrost ontdooit, komt er veel methaan vrij. Tijd om alle broeikasgassen mee te nemen en er met de handel in CO2-equivalenten voor te zorgen dat de uitstoot halveert.
Waterdamp is de grote boosdoener
Het belangrijkste van nature aanwezige broeikasgas – dus nog belangrijker dan CO2 - is waterdamp (H2O), wat ontstaat door verdamping van water op het aardoppervlak. Sinds de film een ongemakkelijke waarheid van Al Gore is er helaas een tunnelvisie op CO2. Het is onterecht dat er nauwelijks gesproken wordt over waterdamp, want bijvoorbeeld de ontbossing blijkt een complex, maar groot effect te hebben op de hoeveelheid waterdamp in de atmosfeer. Naarmate de aarde opwarmt, komt er ook meer waterdamp in de atmosfeer, wat weer bijdraagt aan een verdere opwarming. Dit is een belangrijk argument om werk te maken van de aanleg van nieuwe bossen en het conserveren van bestaande bossen. Tropische bossen houden de aarde koel en bossen op de hogere breedtegraden zorgen ervoor dat er minder zonlicht wordt gereflecteerd. Nu zijn investeringen in herbebossing financieel bezien vele malen efficiënter dan bijvoorbeeld het subsidiëren van elektrische auto’s die uiteindelijk toch rijden op elektriciteit die wordt opgewekt met kolencentrales. Bovendien zorgen de door mensen veroorzaakte bosbranden ook nog eens voor maar liefst 15 procent van de CO2-uitstoot.
Minder methaan heeft grote impact
Een ander belangrijk broeikasgas is methaan (CH4), het ontstaat door ontbinding van plantaardig materiaal in vochtige gebieden. Meer dan de helft komt door menselijke activiteit: de landbouw, huishoudelijk afval en de lekken bij de exploitatie en distributie van aardgas. De sinds 1750 gestegen uitstoot van methaan is verantwoordelijk voor ongeveer 20 procent van het broeikaseffect, vooral omdat het zo’n krachtig broeikasgas is. Elke dag komt er 99 keer meer CO2 vrij dan methaan, maar op korte termijn is het negatieve effect van methaan erg groot. Methaan verdwijnt na ongeveer 10 jaar doordat het reageert met andere stoffen, maar heeft dan al veel schade veroorzaakt. CO2 kan vele eeuwen op het huidige niveau blijven. Op de klimaatconferentie in Glasgow wordt dan ook terecht geprobeerd om ook de uitstoot van methaan met 30 procent terug te brengen in 2030.
Andere nog schadelijkere broeikasgassen
Lachgas is 300 keer schadelijker dan CO2 en ondanks dat de uitstoot zo’n 3000 maal lager ligt dan CO2, is het toch nog verantwoordelijk voor zeven procent van de menselijke bijdrage aan het broeikaseffect. Ook gassen als ozon in de troposfeer (dus aan het aardoppervlak) en gefluoreerde koolwaterstoffen dragen bij aan het broeikaseffect. Zwavelhexafluoride wat onder andere wordt gebruikt in dubbel glas en transformatoren heeft een 23.900 keer zo’n sterk opwarmend vermogen als CO2. Stikstoftrifluoride (steeds meer gebruikt als industriële ontvetter bij de productie van LCD-schermen) heeft een opwarmend vermogen dat 17.200 zo sterk is als CO2. Wanneer bij de uitstoot van deze gassen ook afgerekend moet worden naar CO2-equivalenten op basis van de huidige CO2-prijs, zou de industrie snel overschakelen op minder schadelijke alternatieven.
Grotere markt in CO2-rechten halveert de uitstoot
Inmiddels kan in bijna een kwart van alle door mensen uitgestoten CO2 worden gehandeld. De markt zorgt ervoor dat er CO2 kan worden bespaard tegen de laagst mogelijke kosten. Dat effect kan nog worden versterkt door ook andere broeikasgassen mee te nemen in de CO2-handel. Door het opwarmend vermogen als eenheid te hanteren, kan met relatief weinig middelen een forse besparing op CO2-equivalenten worden bereikt. Herbebossing is goed om CO2 voor langere tijd vast te leggen, maar wordt door de hiervoor genoemde positieve neveneffecten vaak nog onderschat qua totale bijdrage. Door ook de positieve effecten mee te nemen in de CO2-handel, kan de markt nog beter haar werk doen. Een goede markt voor de handel in CO2 en de verschillende daaraan gerelateerde equivalenten kan ervoor zorgen dat de uitstoot in termen van opwarmend vermogen ruwweg wordt gehalveerd. Dat kan dan ook nog eens zonder hoge kosten voor de overheid. Want we willen allemaal wel de klimaatcrisis bestrijden, maar niet als het pijn doet in de portemonnee. De overheid hoeft in dit geval alleen maar voor een goede marktwerking te zorgen. De markt gaat dan op zoek naar oplossingen die tegen de laagste kosten de hoogst mogelijke positieve impact hebben.
Photo by Matt Palmer on Unsplash