De Democratische senator Joe Manchin wil tegen het Build Back Better programma van Joe Biden stemmen. Aangezien de Democraten maar een nipte meerderheid hebben in de Senaat, een meerderheid die ze bovendien eind dit jaar gaan verliezen, is het dan gedaan met de vrijgevigheid van de Amerikaanse overheid. Volgens de Republikeinse senatoren en Manchin gaat het niet inmiddels niet meer om het redden van de economie, maar om het bestrijden van de oplopende inflatie.
Als Build Back Better niet doorgaat, dan scheelt dat ongeveer 2 biljoen dollar aan liquiditeit. Ter vergelijking, dat is meer dan de Amerikaanse centrale bank dit en volgend jaar aan obligaties opkoopt. Direct gevolg is dat de groeiverwachtingen voor de Amerikaanse economie voor volgend jaar naar beneden worden bijgesteld. Nog even en de Europese economie groeit volgend jaar sterker dan de Amerikaanse economie. Dat hebben we deze eeuw nog niet gezien. Met zo’n ingreep verdwijnt de noodzaak voor de Federal Reserve om fors op de rem te gaan staan. Het is alsof de Fed in één klap een kwart van haar obligatiepositie verkoopt, de grootste kwantitatieve verkrapping ooit.
Natuurlijk zit alles nog niet in kannen en kruiken. Een politicus in de positie van Manchin kan veel voor zijn kiezers gedaan krijgen, hij eist onder andere lagere medicijnprijzen en een eerlijker belastingstelsel. Tegelijkertijd haalde Manchin uit naar het Witte Huis en andere Democraten die hem in het gareel proberen te krijgen. November volgend jaar zijn er verkiezingen in de Verenigde Staten. De populariteit van Biden is op dit moment lager dan zo’n beetje elke president voor hem. Nog even en hij haalt zelfs Donald Trump en Gerald Ford in. De oplopende inflatie en het tekort aan personeel heeft een negatieve invloed op het consumentenvertrouwen. De Republikeinen staan dan ook op winst in de opiniepeilingen. Zodra die de meerderheid hebben in de Senaat, is het gedaan met de grote investeringspakketten.
Nu de politici het vuile werk opknappen voor de centrale bank, kan Powell vrij eenvoudig in de loop van 2022 de voorgestelde renteverhogingen temporiseren. Dat zorgt er mogelijk voor dat de dollar verzwakt, wat de druk van de ketel haalt bij het monetaire beleid buiten de Verenigde Staten. De Chinese centrale bank is al begonnen met het verlagen van de rente en het verlagen van de verplichte reserves en krijgt nog meer ruimte zodra de dollar verzwakt. De Fed lijkt dan toch nog gelijk te krijgen met de stelling dat inflatie een tijdelijk fenomeen is.
Waarschijnlijk zal in de loop van 2022 in de Verenigde Staten de inflatie afnemen, terwijl tegelijkertijd de inflatieverwachtingen stijgen. De recente stijging van de inflatie is grotendeels veroorzaakt door de enorme geldinjecties van de Amerikaanse overheid samen met Amerikaanse centrale bank post-corona. Vanaf de start van de coronacrisis is de geldhoeveelheid met 32 procent gestegen, maar door corona hebben mensen moeite om dat geld uit te geven. Dat kon eigenlijk alleen maar door spullen te kopen en tegen zo’n vraagimpuls bleken diverse ketens niet bestand. Dit is een tijdelijk fenomeen, en mogelijk zelfs nog wat tijdelijker als ‘Build Back Better’ definitief niet doorgaat.
Daarvoor in de plaats komt een meer structurele vorm van inflatie. Die wordt veroorzaakt door verschillende structurele trends die veel langer lopen dan een jaar. Zo zitten we midden in de pensionering van de Babyboomgeneratie (1945 – 1965), dat zijn allemaal mensen die niet meer gaan produceren, maar wel gaan consumeren. Het is bovendien de eerste generatie de massaal heeft gespaard voor het pensioen. Verder is er sprake van een regionalisering van de productie naar aanleiding van de leveringsproblemen en de recente strijd tussen de Verenigde Staten en China. In plaats van alles te produceren in Azië, moet een deel voortaan lokaal en dichtbij, een tegenbeweging van de globaliseringstrend die sinds de val van de muur en het toetreden van China tot de Wereldhandelsorganisatie in de overdrive is gegaan. De enige reden dat de ketens zo lang zijn, is de lage kostprijs. Ook post-corona blijft kostprijs een belangrijke factor, dus mogelijk dat het met deze vorm van deglobalisering nog wel meevalt. Naast de globalisering heeft ook de IT-revolutie de prijzen gedrukt in de afgelopen decennia. Tegenwoordig zijn veel IT-diensten ‘gratis’. Maar er is steeds meer kritiek op dit model, omdat wanneer iets gratis is, de klant meestal zelf het product is. Andere IT-diensten volgen het abonnementsmodel uit de cloud, het belangrijkste voordeel is dat bedrijven dan hogere prijzen kunnen vragen. Dat blijkt ook wel uit de sterk gestegen winstmarges in de IT-sector. Zo’n beetje ieder groot IT-bedrijf tegenwoordig een monopoliepositie. Dankzij het (mobiele) internet gaan netwerkeffecten en de daarmee samenhangende disruptieve innovaties zo snel dat een nieuwe succesvolle speler snel wereldwijd op één staat. Monopolies hebben de onhebbelijke eigenschap om de winst te maximaliseren. Die zorgen niet voor deflatie, maar voor nog meer inflatie. Ook de energietransitie draagt de komende jaren bij aan de inflatie. In eerste instantie doordat er volstrekt onvoldoende geïnvesteerd is in de winning van fossiele brandstoffen, maar later doordat er veel geïnvesteerd moet worden in alternatieve energie. Niet alleen in het opwekken, maar vooral ook in de distributie en het gebruik ervan. Verder zal ook een grotere overheid bijdragen aan een structureel hoger inflatie en op het moment dat de millennials de grootste bevolkingsgroep vormen in de maatschappij vormen, slaat de slinger nog iets verder door van kapitaal naar arbeid. Een millennial wil op de leeftijd van 55 jaar met pensioen en wil daar maar 4 dagen in de week voor werken. Centrale bankiers staan erbij en kijken ernaar. Die vinden hogere inflatie helemaal niet zo’n probleem, het past prima in het reflatiebeleid, een beleid dat wellicht beter bekend staat als financiële repressie.
Demografie, regionalisering, Big Tech monopolies, een grotere overheid, de slinger kapitaal-arbeid en financiële repressie is de redenen waarom inflatie structureel kan oplopen in de komende jaren. Dit zal geleidelijk worden verdisconteerd in de inflatieverwachtingen, net op het moment dat de ‘tijdelijke’ inflatie als effect van de ongekend grote, maar desondanks eenmalige geldinjecties, naar de achtergrond zal verdwijnen. Dat betekent dat ondanks de verwachte daling van de inflatie, inflatie-linkers nog steeds een rol hebben in portefeuille. Een betere inflatiehedge blijven grondstoffen, vooral die grondstoffen die profiteren van de hiervoor geschetste trends. Aandelen zich opvallend goed bestand tegen hogere prijzen. Het zorg er ook voor dat er een scherper onderscheid komt tussen winnaars en verliezers. Bedrijven die hogere prijzen kunnen berekenen, kunnen ook de lonen verhogen. Bij zombie-bedrijven is dat veel lastiger. De meer structurele, maar veel stabielere inflatie zorgt ook voor rust bij centrale bankiers en op het rentefront. Wat wil een belegger nog meer?