Er is één beleggingsstrategie die qua rendement alle andere strategieën in de afgelopen tien jaar achter zich heeft gelaten en dat is momentumbeleggen. Momentumbeleggers kopen winnende aandelen in de verwachting dat op korte termijn die trend zal worden doorgezet. De aanname is dat aandelen die de afgelopen 3 tot 12 maanden bovengemiddeld goed hebben gerendeerd, dat ook blijven doen in de komende 3 tot 12 maanden. In 1993 werd de momentumfactor geïdentificeerd door Jegadeesh en Titman. Momentum speelt niet alleen een rol in de aandelenmarkt, maar ook in andere beleggingscategorieën. Er zijn verschillende theorieën die een verklaring proberen te geven voor de momentumfactor. Volgens sommigen is het niet meer dan een compensatie voor het hogere risico, waarbij ook hier hoog risico wordt gedefinieerd als aandelen met een bovengemiddelde volatiliteit. Maar momentumbeleggers lopen ook een hoger risico op het moment van een crash. Dan dalen aandelen die daarvoor juist sterk zijn gestegen het hardst.
Anderen zien als verklaring voor de momentumfactor de vertraagde reactie op specifiek nieuws, waarbij er zowel sprake kan zijn van een overreactie als van een onderreactie. Het positieve rendement op momentumaandelen kan mede worden verklaard door de hoge handelskosten om de strategie te implementeren. Dat zou betekenen dat met de forse daling van de handelskosten, het rendement op deze factor fors zou moeten afnemen. Dat is niet het geval. Er is juist geen strategie die zo goed heeft gepresteerd. Waarschijnlijk speelt de voortdurende instroom richting passief indexbeleggen in combinatie met het onconventionele monetaire beleid een grote rol. Verder is er een bijdrage van een relatief nieuw fenomeen en dat is de impact van viraal gaande social media berichten. Tot drie weken geleden gingen momentumaandelen nog aan kop met een plus van maar liefst 11 procent dit jaar. Sindsdien zijn momentumaandelen meer dan 15 procent in waarde gedaald en behoort het nu tot de slechtst presterende factor. Dat terwijl de brede aandelenmarkt per saldo is gestegen.
Het is niet eenvoudig om een momentumstrategie in de praktijk te implementeren. Het grote risico van momentumbeleggen is een snelle rotatie binnen de aandelenmarkt die we op dit moment zien. Gelet op de extreme positionering van veel portefeuilles in momentumaandelen en de daarbij behorende extreme onderweging in value-aandelen, kan het effect van de ommekeer dit keer groter zijn dan voorheen. Traditioneel hebben momentumaandelen een lage blootstelling naar value-aandelen en dat versterkt nu de correctie in de momentumfactor. Ook de samenhang met andere factoren is laag, terwijl op lange termijn momentum de hoogste toegevoegde waarde heeft in de vorm van de bijdrage aan het rendement. Let wel op dat in een momentumstrategie relatief veel wordt gehandeld, waardoor een deel van de positieve factorpremie opgaat aan hogere handelskosten. Desondanks is momentum de factor met het hoogste relatieve rendement over langere periodes. Deze factor is bovendien vrij constant. Er is slechts één periode, na het barsten dan de dotcomzeepbel, dat de momentumfactor twee jaar op rij achterbleef bij de bredere markt. Meestal past momentum zich vrij snel aan de markt aan. In momentumfondsen die zich meer op het korte termijn momentum richten, stijgt het percentage cyclische aandelen nu snel. Daarbij speelt de vergelijking met een jaar geleden een grote rol. Bijna een jaar geleden bereikten veel cyclische aandelen (dat zijn vaak dezelfde aandelen die profiteren van het opengaan van de economie) een dieptepunt. Dat betekent dat momentumbeleggers binnenkort deze aandelen gaan selecteren om in te beleggen. Alleen vervelend dat de outperformance van deze cyclische aandelen meestal geen lang leven is beschoren. Hun moment in de zon is relatief kort, meestal tot het moment dat de groeiverwachtingen niet meer verder naar boven worden bijgesteld. De kans is daarmee groot dat het najagen van rendement met een momentumstrategie op korte geen positieve bijdrage zal leveren aan het portefeuillerendement.