Voor het eerst sinds 2002 staat de euro gelijk aan de dollar. In de zomer van 2008 was één euro maar liefst 1,6 dollar waard. Maar nu de eurozone de frontlinie vormt in de oorlog in de Oekraïne en de ECB tegelijkertijd vanwege fragmentatierisico’s terughoudend is met het verhogen van de rente, lijkt de euro maar één kant op te kunnen en dat is omlaag. De snelle daling van de euro is een voorbode voor de volgende eurocrisis.
Duitse motor zonder energie
De eurozone krijgt de volle laag naar aanleiding van de sancties tegen Rusland. Deze week gaat de Nordstream 1 voorlopig dicht en dat is de enige grote gaspijpleiding uit Rusland die niet in de buurt van de Oekraïne ligt. Alle andere pijpleidingen vanuit Rusland zullen waarschijnlijk als gevolg van het oorlogsgeweld binnenkort geen gas meer vervoeren. Ze worden vernietigd door Oekraïne of anders zullen de Russen deze wel raken met hun weinig subtiele geschut. Door Nordstream is Duitsland – tot voor kort de motor van de Europese economie - sterk afhankelijk van Russisch gas. Zonder dit gas zal de Duitse economie het bijzonder zwaar krijgen. Bovendien is dit niet het enige probleem voor de Duitsers. Duitsland vergrijst snel. Tot op heden waren deze relatief oude werknemers met veel ervaring de meest productieve werknemers in de wereld, maar deze groep gaat komende jaren met pensioen. Verder haalt Duitsland sinds de jaren negentig ook veel relatief goedkope werknemers uit het oosten van Europa. Daar gaat de vergrijzing nog sneller dan in Duitsland, per saldo worden daar per hoofd van de bevolking nog minder kinderen geboren dan in Duitsland. Tot slot krijgt Duitsland het steeds moeilijker als Exportweltmeister, elk land in de wereld streeft immers steeds meer naar autonomie en zelfvoorziening. De Chinezen kopen tegenwoordig liever hun eigen auto’s en anders kunnen de Japanners dankzij de goedkope yen uitstekend marktaandeel winnen van de Duitsers. Ook de Verenigde Staten krimpt het marktaandeel van de Duitsers. In de rest van de Europa nekt met name de aardgasprijs de economie. Ten opzichte van twee jaar geleden zijn de prijzen voor Europees aardgas meer dan 12 keer over de kop gegaan. Uitgedrukt in de prijs voor een vat olie kost aardgas nu 600 dollar per vat, ruim voldoende voor een diepe recessie.
Zwakke euro zorgt voor meer inflatie
In de jaren na de Grote Financiële Crisis probeerde elk land de waarde van de munt naar beneden te krijgen, maar omdat ze allemaal min of meer hetzelfde onconventionele monetaire beleid hadden geïmplementeerd, slaagde deze gezamenlijke race naar de bodem niet. Nu is de Federal Reserve volop bezig met het verhogen van de rente, terwijl de eerste renteverhoging van de ECB nog moet komen. In juni stegen de prijzen in de eurozone met 8,6 procent. Door de zwakke euro kan de inflatie nog sterker oplopen. Het bereiken van pariteit met de dollar werkt als het doorbreken van een psychologische barrière. Bij het doorbreken daarvan kan de euro snel zakken naar 90 dollarcent. Probleem voor de euro is ook het oplopende Europese tekort op de handelsbalans. Vroeger gingen er veel euro’s naar Rusland die weer terugkwamen in de vorm van investeringen, spaarrekeningen en voor de financiering van voetbalclubs, huizen en superjachten. Nu moet de energie worden betaald in dollar, dollars die wel eerst door Europa moeten worden verdiend. Niet eenvoudig met deze hoge energieprijzen en relatief hoge lonen. Verder zijn er twijfels over de voorgenomen renteverhogingen door de ECB. De schulden in de eurozone zijn hoog en zelfs de hint dat de ECB wel eens de rente zou kunnen gaan verhogen zorgde dat de Italiaanse rente in snel tempo steeg tot boven de 4 procent (voor het eerst sinds 2014). Sindsdien lijken beleggers wel gerustgesteld door het anti-fragmentatie-mechanisme van de ECB, maar feitelijk betekent dit systeem een bom onder de euro. Het monetair financieren van uitsluitend de Zuidelijke lidstaten is voor het Noorden een brug te ver.
Existentiële crisis voor de euro
De eerste twintig jaar voor de Amerikaanse dollar (1792 – 1812) waren ook erg turbulent met opstanden en oorlogen, maar de Verenigde Staten van Amerika vormden in die tijd een convergerend systeem. De federale overheid had voldoende macht, waaronder het feit dat het zichzelf kon financieren door belastingen te innen. De euro blijft een divergerend systeem. Elke crisis zorgt voor grotere verschillen, niet kleiner. Frankrijk is slechts één recessie verwijderd van Italië. Draghi beloofde in 2012 wel dat hij er alles aan zal doen om de euro te behouden. Tien jaar later zal hij als premier van Italië ondervinden wat van die uitspraak de gevolgen zijn. Frankrijk, Spanje en Italië gaan uiteindelijk failliet wanneer de rente langere tijd op 4 procent of hoger staat. Veel te lang is de rente kunstmatig laag gebleven om de zwakke eurolanden met veel schulden overeind te houden. Nu de inflatie oploopt, moet de rente omhoog. De ECB kan de rente laag laten, maar dan zal de euro verder dalen en de inflatie omhoogschieten, met als waarschijnlijk gevolg het einde van de euro. Wanneer de ECB toch besluit om de rente te verhogen eindigen de zuidelijke lidstaten in een schulden/deflatiespiraal die volop ruimte geeft aan populistische partijen. Volgend jaar zijn er onder andere in Italië verkiezingen. Het is de politiek die verantwoordelijk is voor de komst van de euro en waarschijnlijk kan ook alleen de politiek het einde bezegelen. Op het moment dat Italië in de zoveelste recessie zit sinds de introductie van de euro en er als gevolg van de hoge voedselprijzen tientallen miljoen mensen uit Afrika de overtocht wagen, hebben de rechts-populistische partijen voldoende meewind om een meerderheid te halen in het parlement. Het einde van de euro komt daardoor snel dichterbij. In elke bear market is er uiteindelijk een groot instituut, financiële instelling of land dat in de problemen komt. In 1997 waren het verschillende Aziatische landen, in 1998 was het LTCM en Rusland, na de dotcomzeepbel was het een waslijst aan bedrijven, van Enron tot Worldcom. In 2008 was het Lehman en wellicht is dit keer de euro en daarmee de Europese Unie het slachtoffer.