Het pensioen van veel gepensioneerden is al jarenlang niet meegegroeid met de prijzen. In de afgelopen tien jaar ondergingen gepensioneerden deze aanpassing op het beloofde waardevaste pensioen in stilte. Nu de inflatie sterk oploopt, wordt het pijnlijker. Dat terwijl de beleggingsportefeuilles van de pensioenfondsen prima presteren.
Pensioensysteem
Het Nederlandse pensioensysteem is één van de beste systemen ter wereld, maar toch denken veel participanten dat er aan het eind van de rit weinig overblijft. Dat heeft te maken met de communicatie over pensioenen. In de afgelopen tien jaar werd vooral gecommuniceerd dat de pensioenfondsen er slecht voor stonden. Door de lage dekkingsgraden was indexatie niet meer mogelijk en op een gegeven moment dreigde zelfs op grote schaal korting op de pensioenen. Het ironische is dat die dalende dekkingsgraad alles te maken heeft met de belofte (de impliciete garantie) van de pensioenfondsen over het te ontvangen pensioen. Vanwege die belofte moeten pensioenfondsen berekenen hoeveel geld ze in kas hebben. Daarbij gebruikt men de risicovrije rente en die is gekoppeld aan de marktrente. Die staat op het laagste niveau van de afgelopen eeuwen. Opnieuw ironisch is dat centrale banken een bijdrage hebben geleverd aan die hysterisch lage rente en dat diezelfde centrale bank in de rol van toezichthouder er op wijst dat door de lage rente de verplichtingen van de fondsen zijn toegenomen. Veel fondsen hebben daarop gereageerd door die verplichtingen af te dekken. Feitelijk komt dat neer op het kopen van erg dure obligaties, liefst met een zo lang mogelijke looptijd.
Nieuw pensioensysteem
Het nieuwe pensioensysteem is er nog niet. De contouren zijn duidelijk, maar hoe exact de overgang van het oude naar het nieuwe systeem verloopt, is nog onderwerp van discussie. Die overgang is een principiële kwestie en in de financiële wereld gaan principes altijd over geld. Elke aanpassing aan het bestaande systeem (wat neerkomt op rekenen met een hogere rente dan de marktrente) betekent impliciet een overdracht van de jonge naar oude generatie. Net zoals de aanpassing van de rekenrente van 4 procent naar de marktrente een overdracht is geweest van oude naar de jonge generatie. Tien jaar lang niet indexeren is wat de ouderen hebben overgedragen aan de jonge generatie, want reken maar dat bij een rekenrente van 4 procent er was geïndexeerd. Even was er de vrees dat het bekendmaken van de nieuwe pensioensystematiek zou leiden tot verkoopdruk bij met name langlopende obligaties. Het Nederlandse pensioensysteem is zo groot dat de verkoopdruk van langlopende obligaties Europabreed zichtbaar zou zijn in een stijgende rente, vooral aan de lange kant van de curve. In het nieuwe systeem is er niet langer sprake van een belofte. Die stelde in de praktijk toch al niet veel voor, nu er tien jaar lang niet is geïndexeerd. Die belofte is straks een ambitie en dat betekent dat niet de rekenrente, maar het daadwerkelijke rendement bepalend is voor het uiteindelijke pensioen. Dat is maar goed ook, want met de huidige lage rekenrente moeten mensen al bijna twee dagen in de week werken voor een goed pensioen. Het voordeel is ook dat toekomstige verplichtingen niet meer afgedekt hoeven te worden met veel te dure obligaties. Die kunnen worden verkocht, maar kennelijk blijven pensioenfondsen op hun handen zitten, in afwachting tot het nieuwe stelsel volledig is geformaliseerd. Eén van de redenen dat ze niet eerder tot de rationele conclusie kwamen dat obligaties met zo’n negatieve reële rente weinig toegevoegde waarde hadden, heeft te maken met het carrièrerisico van pensioenbestuurders. Die hebben niets te winnen bij het nemen van extra risico, alleen maar te verliezen. En wat te denken van al die ALM-specialisten, die zijn opeens werkloos. Er zijn maar weinig mensen die graag hun eigen baan opheffen. De overgang naar het nieuwe stelsel kan relatief soepel verlopen, de verwachtingen van de participanten zijn laag en de pensioenpotten zijn groter dan ooit.
Aanpassing pensioenportefeuille
Wie zelf voor een pensioen spaart, zet het geld niet op de bank, die belegt. Dat is wat pensioenfondsen doen. Hoewel de inflatie duidelijk is opgelopen is de rente laag gebleven, met als gevolg een extreem negatieve reële rente. Dat betekent dat dit het moment is om een groot deel van die obligaties te verkopen, het zal nog wel enige tijd duren voordat er sprake is van een positieve reële rente. De buitenwacht heeft eigenlijk niets te zeggen over het pensioen, eigenlijk alleen over het deel waaruit straks belasting moet worden betaald. Dat deel is ongeveer even groot als de Nederlandse staatsschuld. Eerder kwam ik met het voorstel om dat deel nu uit de pensioenfondsen te halen. Gevolg: staatsschuld afgelost en pensioenuitkeringen zijn voortaan belastingvrij. Wel zo makkelijk in een Europa waar ook gepensioneerden het recht hebben om te genieten van het vrije verkeer van personen en (pensioen)kapitaal. In zo’n overgang is het ook eenvoudiger om een verdeling tussen jong en oud te maken. Mijn voorstel voor een alternatief pensioenstelsel heeft het niet gehaald. In mijn voorstel zou elke Nederlander die wordt geboren een vast bedrag krijgen van 100.000 euro, uiteraard veilig afgestort bij een pensioenfonds. Dat zou een investering (in mensen) zijn van ongeveer 17 miljard door de Nederlandse staat. Een investering die kan worden terugverdiend door de afschaffing van de kinderbijslag, het leenstelsel, de hypotheekrenteaftrek en de aftrekbaarheid van de pensioenpremies. Die worden voortaan allemaal betaald uit die ene ton. Je mag alleen geld opnemen voor kinderbijslag, voor de studie, voor de top van de hypotheek en zelfs dan blijft er voldoende over voor een goed pensioen. Allemaal dankzij het 8e wereldwonder over 65 jaar. Geen onderscheid tussen werknemers en zzp’ers en wie niet studeert blijft zitten met een grotere pensioenpot en kan dus ook eerder met pensioen. Het resultaat: een schuldenvrije, goed-opgeleide generatie die niet twee dagen in de week hoeft te werken voor het pensioen. Wie wil dat nu niet voor zijn of haar kinderen? Helaas heeft mijn voortel het niet heeft gehaald, maar nu mogen we als belastingbetaler toch wel vragen om zo snel mogelijk die negatief-rentende obligaties in de pensioenportefeuilles te verkopen. Stel dat pensioenfondsen dat een jaar geleden hadden gedaan en de opbrengst hadden herbelegd in aandelen. Dan zou de pot zomaar 10 procent extra zijn gegroeid dit jaar, wellicht zou er dan wel kunnen worden geïndexeerd. Medio 2022 wordt het wetsvoorstel voor het nieuwe pensioen naar de Tweede Kamer gestuurd. Ik ga er vanuit dat pensioenfondsen nu niet de gebruikelijke 18 maanden nodig hebben om de portefeuilles aan te passen. Wellicht is het tijd om wat carrièrerisico te nemen.