In de Verenigde Staten zorgen de grondwet en de instituties voor een democratische overdracht van de macht. Dankzij de snelle vaccinaties kan Boris Johnson straks het succes van het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie claimen. Binnen de Europese Unie nemen de politieke risico’s toe. Niet zozeer door de Nederlandse verkiezingen of de nieuwe leider van de CDU. Zelfs de Franse verkiezingen tussen Macron en Le Pen in april 2022 zijn nog ver weg. Het probleem is opnieuw Italië. Vorig week woensdag trok Italia Viva – de partij van oud-premier Matteo Renzi -zich terug uit de coalitie. Het gevolg is politieke chaos. Nu is de politiek in Italië altijd hopeloos, maar nooit ernstig. Toch komt deze nieuwe periode van politieke chaos op een hoogst ongelukkig moment.
De groei van het inkomen per hoofd van de bevolking binnen de eurozone was pre-Covid nergens zo laag als in Italië. Tussen 2000 en 2019 was er zelfs sprake van krimp. Mede daardoor heeft Italië de slechtste huizenmarkt van de eurozone sinds 2008. Een dalend inkomen en een dalende huizenprijs is een ideale voedingsbodem voor populisme. Pre-Covid stond de Italiaanse werkloosheid op 10 procent versus 7 procent voor de gehele eurozone en 3,4 procent in Duitsland. De jeugdwerkloosheid stond pre-Covid nog altijd op 28 procent. De euro is voor Italië structureel te duur. Andere landen zoals Spanje hebben er voor gezorgd dat de lonen omlaag gingen en de productiviteit omhoog, maar niet Italië. Vergeleken met andere landen in de eurozone is de bevolking relatief laag opgeleid, alleen in Bulgarije is kleiner deel van de bevolking aangesloten op het internet en nergens in Europa zijn er zoveel 65-plussers als in Italië. Bedrijven doen volgens het onderzoek van de Wereldbank (Ease of Doing Business) liever zaken in andere landen van de Europese Unie dan in Italië, het contrast met Spanje is zelfs opvallend. De Italiaanse staatsschuld zal dit jaar uitkomen op circa 160 procent van het BBP, het begrotingstekort op 8 procent van het BBP. Italië krijgt geld uit het Europese herstelfonds, zo’n 5 procent van het BBP als gift en nog eens bijna 8 procent van het BBP als lening. Om dat geld te krijgen, moet Italië net zoals elk land in de eurozone, voldoen aan bepaalde eisen. Tussen 2014 en 2020 lukte het Italië om maar 40 procent van de gealloceerde middelen daadwerkelijk in te zetten. Dit herstelplan gaat de Italiaanse problemen niet oplossen.
Op dit moment gelooft 67 procent van de Italiaanse bevolking volgens een onderzoek van Tecnè dat het onderdeel zijn van Europese Unie slecht is voor Italië. In november 2018 was dat nog minder dan de helft (47 procent). Het percentage eurosceptici kan verder oplopen als de Britten post-Covid snel herstellen en daarmee maar al te graag bewijzen dat Brexit een succes is. Bijna de helft van de Italianen wil uit de Europese Unie, zeker nu het Verenigd Koninkrijk aantoont dat dit mogelijk is. De huidige politiek chaos gaat over de verdeling van de fondsen van het herstelplan. Als Renzi er met de andere partijen niet uitkomt, dan volgen er nieuwe verkiezingen. Volgens de huidige peilingen behalen dan de Lega Nord, Forza Italia en Fratelli d’Italia de meerderheid. Vooral deze laatste partij wil uit de Europese Unie. De Italiaanse soevereine staat moet haar familiewaarden, grenzen en identiteit terugkrijgen, volgens de Fratelli d’Italia. Na Brexit komt dus weer de Italexit in zicht. Nu is het verschil tussen de Italiaanse tienjaarsrente en de Duitse tienjaarsrente in de afgelopen tien jaar niet zo laag geweest, blijkbaar ziet de beurs het niet zo somber in of zorgt het opkoopprogramma van de ECB voor wonderen. Met de Italiaanse zorgen, komen ook de Europese zorgen weer terug, een goed argument voor buitenlandse beleggers om terughoudend te zijn of te blijven met beleggingen in de eurozone.
Photo by David Edkins on Unsplash