Het vak van centrale bankier is voorgoed veranderd. Dat bleek uit de toelichting van Jerome Powell op het rentebesluit van het Federal Open Market Committee (FOMC). Het wordt dan wel het rentebesluit genoemd, maar de Fed zal tot ten minste 2024 de rente dicht bij het nulpunt houden. De beleidsrente is tegenwoordig en formaliteit. Elk kwartaal komt de FED met nieuwe verwachtingen ten aanzien van de economie en de inflatie. Die verwachtingen zijn fors naar boven bijgesteld. Waar de Fed in december nog uitging van 4,2 procent economische groei in 2021 is dat nu 6,5 procent. Ter vergelijking, premier Li Keqiang gaf vorige week aan dat de Chinese economie dit jaar met 6 procent zal groeien. Dat betekent dat voor het eerst sinds 1976 de Amerikaanse economie sterker groeit dan de Chinese economie. Voor Trump net iets te laat. De kerninflatie zal volgens de Fed dit jaar oplopen tot 2,2 procent, dus boven de doelstelling van de Fed. In december was dat nog 1,8 procent. De Fed heeft sinds september vorig jaar de inflatiedoelstelling aangepast. De traditionele 2 procent doelstelling is een lange termijn doelstelling geworden. Nu de inflatie lange tijd beneden de 2 procent is uitgekomen, mag die ook langere tijd boven de 2 procent uitkomen, zonder dat de Fed ingrijpt. De Fed blijft daarom ook gewoon elke maand 120 miljard dollar aan obligaties opkopen. Dat is voor onbepaalde tijd, totdat de doelen van het beleid zijn gehaald. Eén van die doelen is het streven naar volledige werkgelegenheid. De Fed verwacht eind dit jaar een werkloosheidspercentage van 4,5 procent, maar ziet ook daarin geen enkele aanleiding om de rente te verhogen. Het begrip werkloosheid wordt behoorlijk opgerekt door meer te kijken naar de participatiegraad en de werkloosheid onder minderheden. Er is nog een derde doelstelling en dat is financiële stabiliteit. Voor de Grote Financiële Crisis keek de Fed daar niet naar, maar gisteravond hamerde Powell op het grote belang daarvan. Financiële stabiliteit betekent niets anders dat financiële markten niet mogen zakken, anders is de Fed gedwongen om in te grijpen. De impliciete Fed-put is hiermee geformaliseerd en sterker dan ooit.
De reden dat er veel vragen aan Powell waren over financiële stabiliteit is de gestegen rente op de obligatiemarkt. Zonder zich vast te leggen op een bepaald renteniveau gaf Powell wel aan dat de Fed zal ingrijpen als de financiële stabiliteit in gevaar komt. Eind vorig jaar werd erop gespeculeerd dat de Fed niet zou toestaan dat de rente op de obligatiemarkt te sterk zou stijgen en dat de Fed zelfs formeel zou ingrijpen met behulp van Yield Curve Control, een plafond in de rente. Informeel bestaat zo’n plafond en dat is de dot-plot. Het is een verzameling stippen op de horizon waar de individuele leden van het FOMC aangeven waar de rente zou moeten staan. In december ging nog 1 van de 18 FOMC-leden uit van een renteverhoging in 2022, nu zijn het er 4. Sinds de dot-plot is ingevoerd, mag dit worden gezien als een informeel renteplafond. Het bijzondere aan de laatste uitkomst van het FOMC is dat de Amerikaanse economie maar liefst met 6,5 procent groeit dit jaar – de hoogste groei sinds 1984 - en dat de kerninflatie boven de doelstelling van 2 procent uitkomt, maar dat tegelijkertijd de rente lager is dan ooit. En dan komt het FOMC met het besluit dat het de komende drie jaar niets zal doen.
Er was een tijd dat een centrale bankier de inflatie laag moest houden. Die tijd is voorbij. De inflatie moet omhoog en wel naar zo’n niveau dat we de dreiging van deflatie voorgoed achter ons kunnen laten. Inflatie is geen bedreiging voor een centrale bankier, het wordt gezien als de oplossing. Met al die nieuwe doelen, komt de vraag op wanneer centrale bankiers politiek verantwoordelijk worden. Centrale bankiers hebben de schijn tegenwoordig tegen als het gaat om hun onafhankelijkheid. De politica Lagarde is tegenwoordig president van de ECB en oud-Fed-voorzitter Yellen is tegenwoordig minister van financiën. Centrale bankiers hebben nu zelfs duurzame doelen. Zo ziet de ECB een grote rol voor zich weggelegd in de klimaatcrisis en de energietransitie. De Federal Reserve voert een actief minderhedenbeleid op de arbeidsmarkt. Politici worden door de oplopende schulden steeds afhankelijker van de goedgeefsheid van centrale bankiers. Keynes is weer helemaal terug van weggeweest. Het was John F. Kennedy die voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog fiscaal beleid gebruikte met de doelstelling om de vraag te stimuleren zodat er sprake zijn van een goede bezettingsgraad. Dat werd gevolg door een periode van bijna twintig jaar die inmiddels bekend staat als de ‘Great Inflation’. Nu wordt er opnieuw fiscaal gestimuleerd, maar de oplopende inflatie dit jaar wordt gezien als een tijdelijk fenomeen. Nu maar hopen dat Powell zich realiseert dat in de politiek tijdelijk maar al te vaak wordt gezien als permanent.
Photo by Jacob Stone on Unsplash