Begin oktober bereikten aandelen het hoogste punt ooit. Een maand verder is het de op één na slechtste oktobermaand van de eeuw, uiteraard alleen overtroffen door oktober 2008. Opeens lijkt 2018 het spiegelbeeld te worden van 2017. Vorig jaar stegen alle beleggingscategorieën, nu staan bijna alle categorieën in de min. In een jaar tijd gaan we van vlekkeloos naar hopeloos.
Nu zijn er voldoende argumenten om nu niet te gaan beleggen. Wij zitten immers aan het eind van een lange opgaande cyclus. Niet eerder werden jarenlange stijgende koersen met zoveel ongeloof en scepsis bekeken, het moest wel een keer fout gaan. Voor een echte correctie is dat atypisch, die wordt meestal vooraf gegaan door euforie.
Wellicht vreest men een recessie, de Amerikaanse rentecurve lijkt bijna dat signaal af te geven. Andere recessie-indicatoren wijzen daar niet op. De aanleiding voor de correctie was een rentestijging in de VS, terwijl de vrees voor een recessie zou moeten leiden tot lagere rentes.
Dan maar de stijgende rente de schuld geven, maar die is de afgelopen maand niet verder gestegen. Dan komt het dus dat de rente niet wil dalen, terwijl aandelenmarkten wel dalen. Voor een beleggingsportefeuille betekent dit dat dalende aandelenkoersen niet meer worden gecompenseerd door stijgende obligatiekoersen (als gevolg van de dalende rente), een reden op zich om wat risico van tafel te nemen. De rente stijgt al meer dan twee jaar en een verdere stijging is niet bepaald een verrassing, gezien het nog altijd lage niveau.
Dan is er natuurlijk een overdaad aan risico’s waaronder de handelsoorlog, de aanstaande Brexit, Argentinië, Turkije, Italië en uiteraard is er altijd nog China. Allemaal risico’s waarvan de impact op de wereldeconomie nu relatief klein zijn, maar die ieder op zich zouden kunnen uitgroeien tot systeemrisico’s. De media duikt bovenop deze risico’s waardoor deze risico’s ruimschoots verdisconteerd worden in de koersen. Maar mocht het uiteindelijk meevallen, dan wordt zo’n risico een kans.
Hoewel er nog veel meer verklaringen kunnen worden gegeven voor de oktobercorrectie, gaan ze vaak voorbij aan de meest logische verklaring, namelijk de perceptie in de markt. De markt wordt gevormd door beleggers die bij dalende koersen niet langer rationeel denken. De koersdalingen conflicteren per definitie met de overtuiging van beleggers, anders zat men immers niet in de markt. Zo lang koersen stijgen worden risico’s die conflicteren met de eigen overtuiging genegeerd. Nu koersen dalen, moeten er verklaringen worden gezocht. Liefst verklaringen die er voor zorgen dat niet de belegger fout zat, maar dat een externe oorzaak de schuld kan worden gegeven. Dit irrationele gedrag is bijzonder lastig in modellen te vangen. Wanneer men collectief in een bepaald verhaal gaat geloven, neemt de kans op zo’n risico ook snel toe. In complexe samenlevingen vormt het verhaal immers de bindende factor. De kracht van verhalen mag in de huidige geglobaliseerde netwerkomgeving niet worden onderschat. In werkelijkheid is er niet zo veel gewijzigd. Dit jaar is er sprake van een piek in monetaire liquiditeit en versnelt de wereldwijde economische groei niet langer. Daardoor ontbreken de positieve impulsen die vorig jaar de koersen deden stijgen.
Per saldo is de omgeving voor beleggers gewijzigd van uitstekend naar goed. En het gaat om de tijd in de markt, niet om het ‘timen’ van de markt. Er is altijd wel een reden te bedenken om niet te beleggen.