Parallel aan een zwakkere dollar blijft de Amerikaanse aandelenmarkt de laatste maanden achter bij de wereldwijde aandelenmarkt. Door de outperformance van technologie-aandelen is dit nauwelijks zichtbaar, maar het moment lijkt gekomen dat aandelen in de rest van de wereld beter gaan presteren. De Amerikaanse presidentsverkiezingen gaan de komende maanden een steeds grotere rol spelen. De laatste zittende president die de verkiezingen won tijdens een recessie was William McKinley in 1900. Taft, Hoover, Carter en Bush verloren daarna de tweede termijn als gevolg van recessies. De kansen van Biden nemen dus toe. Om effectief te kunnen regeren, moeten de Democraten ook de Senaat winnen en met de steeds grotere voorsprong kan Biden veel van de Democratische plannen realiseren. Biden wil het minimumloon verhogen van 7,25 dollar naar 15 dollar, de hoge medicijnprijzen aanpakken, de vennootschapsbelasting verhogen van 21 procent naar 28 procent en een belasting op CO2 invoeren. Reken ook op meer regulering voor de energiesector, voor banken en ook voor grote Tech-bedrijven. Geen prettige mix voor de Amerikaanse aandelenmarkt. Bovendien is de impact van Corona in de Verenigde Staten veel groter dan in Europa of Azië, waardoor de kans op permanente economische schade is toegenomen. Ook blijven Amerikaanse aandelen normaal gesproken achter op het moment dat de economie (de industriële productie) gaat herstellen. Voeg daarbij het opgelopen waarderingsverschil (ook exclusief Tech) met de rest van de wereld. Een waardering die jarenlang heeft geprofiteerd van het opkrikken van de winst per aandeel door de inkoop van eigen aandelen, iets dat gefinancierd werd met goedkoop vreemd vermogen. Die tijd lijkt ook voorbij.
Europa doet het beter op het gebied van Corona dan de Verenigde Staten. Niet alleen in de bestrijding van het virus, maar ook in het bestrijden van de economische gevolgen. Bovendien stijgt de liquiditeit hier inmiddels net zo hard als in de Verenigde Staten. De balans van de ECB is met 13 procent gestegen, die van de Fed met 13,2 procent. De Duitse fiscale impuls is maar liefst 8 procent van het BBP. De ECB koopt ook nog 70 procent van alle bedrijfsobligaties en daarbovenop komt het Europese herstelfonds. Er is al veel belangstelling voor de eurobonds. Verder zet Vestager de deur open voor consolidatie binnen Europa, een opmerkelijke stap omdat tot op heden elk Europees land zijn eigen nutsbedrijven, telecombedrijven, postbedrijven, bouwbedrijven, banken etc. mocht verdedigen. Verder ligt in Europa de rente veel lager dan in de Verenigde Staten. Nu zijn Europese aandelen in absolute zin al lager gewaardeerd dan in de Verenigde Staten, maar door de negatieve rente is het verschil in aandelenrisicopremie nog veel groter. Daar waar in de Verenigde Staten de economische verrassingenindex piekt, is er in Europa nog opwaarts potentieel. Probleem is wel dat een sterkere euro niet goed is voor de open Europese economie. Meestal blijven Europese aandelen dan achter. Alleen bij de start van de euro eind jaren negentig en na de speech van Draghi in 2012 was er een combinatie van een sterke euro en Europese outperformance. Verder heeft Europa een laag Tech-gewicht. De Nederlandse beurs is daar een uitzondering op. Het grootste Europese probleem blijft de structurele divergentie tussen Noord en Zuid, iets wat alleen op te lossen is door te stoppen met de euro of door radicale hervormingen in het Zuiden door te voeren.
In Azië gaat het nog beter voor wat betreft de bestrijding van het Coronavirus. Het overgrote deel van de opkomende markten ligt in Azië. Bij elkaar is China, Taiwan en Korea goed voor twee derde van de opkomende markten index, daar heeft men het virus onder controle. Het succes in Azië op dit gebied staat in schril contrast met de problemen in Zuid-Amerika. Wie naar opkomende markten wil alloceren, kan voortaan beter focussen op Azië. Alle ingrediënten voor een stevig bull-markt zijn aanwezig in Azië. Er is voldoende liquiditeit geholpen door de zwakkere dollar, de waardering is aantrekkelijk en de winsten herstellen sneller dan in de rest van de wereld. Bovendien ligt de waardering van Tech-aandelen op de helft van die in de Verenigde Staten en is het gewicht van Tech veel groter in Azië dan in Europa. Japanse bedrijven zijn laag gewaardeerd en per saldo netto schuldenvrij. China is wederom sterker uit de crisis gekomen, net als uit de Azië crisis en de Grote Financiële Crisis. Buitenlandse beleggers zitten per saldo ook nog eens onderwogen in landen als China en Japan, terwijl dit toch de 2e en de 3e economie van de wereld zijn. Zowel het economische gewicht als het gewicht van Azië in de wereldindex gaat omhoog.
Photo by Han Dieperink, Singapore, Marina Bay Sands