Delen private bankers het enthousiasme van hun pensioenfonds collega’s voor smart beta? Han Dieperink, CIO Rabobank Private Banking en Bob Homan, Hoofd ING Investment Office spreken zich uit.
Han Dieperink houdt niet van de term ‘smart beta’. Volgens hem impliceert die term dat er ook ‘domme’ beleggingsstrategieën zijn. En dat is geenszins het geval, vindt hij. 'Bovendien vind ik het met dat ‘smart’ wel meevallen. De afgelopen jaren waren de gunstige plaatjes vooral gebaseerd op low volatility investing.' Dieperink maakt geen onderscheid tussen smart beta en factor investing. Voor hem zijn het verschillende namen voor dezelfde beleggingsfilosofie, namelijk het beleggen in alternatieven voor de marktgewogen index. Bob Homan heeft dezelfde visie. ‘Je kunt op regio alloceren, op sector en op factor als je denkt dat die factor het goed gaat doen. Ik denk dat low vol wel een goede optie is, maar in tijden dat je bullish bent op aandelen, moet je deze strategie niet kopen. Uiteindelijk koop je dan net niks. Dan ben je overwogen in aandelen, maar dan verdien je nog niets.’ Dieperink en Homan zien het meeste potentieel in fundamental indexing en low vol.
VERTEKEND SUCCES
Maar het succes van smart beta is vertekend, vindt Dieperink. 'We hebben de afgelopen tien jaar twee keer een dip van 50% in de aandelenmarkt gezien. Ja, dan steekt low vol daar gunstig bij af.’ Maar te weinig beleggers hielden ook met de keerzijde rekening en realiseerden zich niet dat als de aandelenmarkt weer zou aantrekken, low vol achterblijft. 'Als er een reële kans is op een goede periode voor aandelen, dan graaf je natuurlijk je eigen graf door massaal op low vol in te zetten. Het zal op lange termijn best werken, maar op een gegeven moment willen je klanten toch weten waar het rendement van die smart beta strategie blijft.’ Smart beta laat zich ook moeilijk uitleggen aan klanten, zien Dieperink en Homan. ‘Er wordt sporadisch naar gevraagd door onze klantenkring', zegt Homan. 'Maar wanneer je het uitlegt, hoef je de klant niet uit te leggen hoe het werkt, maar wat het doet. Dat vindt een klant belangrijker. Wij hebben voor emerging markets low volatility-strategieën in de portefeuille, waarbij je dan vertelt: ‘Wij beleggen graag in opkomende markten, want dat biedt superieure groei, maar op dit moment is het daar wat eng, dus kiezen we voor een demping van het risico door te investeren in low vol.’ Welke toepassingen zien Dieperink en Homan voor smart beta in private banking? Dieperink: 'Private beleggers rekenen ons direct af op rendement. Bij smart beta kan dat wel eens lang achterwege blijven, ik ben dus huiverig om er vol op in te zetten.' Wel ziet hij het als een alternatief voor actief beleggen. 'Nu zijn er veel actieve fondsen die geen alpha genereren, maar beta. Je kunt kijken of je met de huidige rekenkracht van computers modellen kunt toepassen die actieve managers vervangen tegen lagere kosten.
RISICOINSTRUMENT
Homan ziet het als een risicoinstrument: ‘Soms wil je een effect zoals low vol aanzetten, en soms niet. Maar om daar over een langere termijn al je geld op te zetten, nee. Het kan best over een langere tijd heel goed werken, maar dan maak jij het niet meer mee, omdat wij in onze tak van sport niet zo lang de tijd krijgen.’ Rabobank Private Banking past smart beta toe als ‘schil om een passieve core’. Han Dieperink legt uit: 'Het gaat ons er enerzijds om de kosten van actieve fondsen te verlagen en anderzijds gestapelde risico’s in de portefeuille te voorkomen. Het risico bij de zoektocht naar alpha is dat je juist meer beta krijgt en smart beta kan dan tegenwicht bieden. Voor ons is het dus een stabilisator. Maar het is ook een pragmatische keuze. Klanten hebben nu de mogelijkheid om volledig passief te beleggen tegen zeer lage kosten. De kosten voor een actief beheerde portefeuille zijn hoger. Dat betekent dat ik mezelf in de vingers snijd als ik grote blokken passief in die portefeuille opneem. Dan ben ik deels passief aan het beleggen tegen ‘actieve kosten’. Nu we volledig passief aanbieden, moet ik linksom of rechtsom wél actief acteren. Daarmee legt deze interne passieve concurrent de lat hoger voor actief beheer.’ Dieperink is van mening dat wanneer je als belegger géén sterke overtuiging hebt voor een bepaalde allocatie of belegging, andere overtuigingen gelden. 'De bewegingen van de financiële markten blijven onzeker. Heb je niet een bepaalde overtuiging van de richting waarin deze gaan bewegen, dan moet je aan andere knoppen draaien: kosten, bijvoorbeeld. Maar in de 10% van de gevallen dat ik wel een duidelijk idee heb, wil ik wel kunnen ingrijpen door bepaalde effecten aan of uit te zetten. Door meer in low volatility te investeren of juist minder, bijvoorbeeld.' Homan is het eens met die aanpak. Het draait erom de flexibiliteit te behouden en om zonder al te veel problemen accenten te verleggen. 'Klanten zeggen vaak: ‘Nu zijn we overwogen in aandelen, zet dat veel meer aan.’ Dan moeten wij zeggen: ‘Als we het nu veel zwaarder aanzetten en het komt niet uit, dan zetten we onszelf vast.’ Terwijl als de markt nu terugloopt, je vanzelf wel weer naar een neutrale positie toe groeit. Kijk je dan naar factor investing, smart beta - of hoe je het wilt noemen - dan moet je dat ook op die manier toepassen. Als je ziet dat het een tijd gewerkt heeft, dan moet je daar een visie op ontwikkelen.' WEL DEGELIJK KANSRIJK Ondanks hun reserves zien de CIO’s wel degelijk kansen in smart beta. In de ogen van Dieperink moet er nog wel veel onderzoek worden verricht. ‘Het is nauwelijks ontgonnen gebied. Als je kijkt naar data die je kunt terughalen, dan is 1983 het beginpunt. Er is nog zoveel mogelijk dat het kortzichtig zou zijn om het nu al af te schieten. Je moet ernaar kijken, je moet er in mee.’ Homan: ‘Ik zie zeker kansen, waarbij ik me wel afvraag wat er gebeurt als smart beta gemeengoed wordt. Maar dat is op zich al een reden om er nu in te stappen. Ik ben ervan overtuigd dat als er maar genoeg geld naartoe stroomt, er een punt komt dat smart beta niet meer werkt.’ «