Special Purpose Acquisition Companies (SPACs) zijn in korte tijd populair geworden. Ze worden gezien als kinderen van de bull-markt, geholpen door de uitbundige liquiditeit van centrale bankiers. De kans dat er veel kaf tussen het koren zit in een marktsegment dat razendsnel groeit, is groot. Toch zitten er ook voordelen aan een SPAC. Eigenlijk is het een disruptieve innovatie zonder de nadelen van een traditionele beursgang. Maar wel een innovatie die al honderden jaren oud is.
In de basis is een SPAC simpel. Er wordt eerst geld opgehaald en daarna volgt een beursnotering. Daarna gaat men meestal maximaal twee jaar lang op zoek naar een bedrijf dat fuseert met de SPAC en zo via de achterdeur een beursnotering krijgt. Dit doet denken aan de manier waarop in de zeventiende eeuw schepen werden gefinancierd naar de Oost. Veel particulieren kochten een aandeel in de VOC via zogenaamde tontines. Een tontine is vernoemd naar Lorenzo de Tonti die deze financieringsvorm in 1653 bedacht. Meerdere personen investeren een gelijk bedrag. Bij overlijden wordt een aandeel verdeeld onder de overlevenden, bij elk aandeel zit dus eigenlijk een voorwaardelijke warrant op de andere aandelen. Het is dan ook niet toevallig dat de grootste SPAC de naam Tontine holdings heeft. Ook in deze SPAC loont het om te blijven zitten. Aandeelhouders die vroeg verkopen raken hun warrants kwijt.
In alle SPACs draait het om deze warrants. De oprichters van de SPAC kunnen makkelijk geld ophalen, omdat initiële aandeelhouders naast aandelen ook warrants krijgen. De warrants geven recht op een groot deel van het gefuseerde bedrijf. Zelfs als koersen niet stijgen, verdienen de initiële aandeelhouders geld. Zolang de koers maar niet te hard daalt, is het een loterij zonder nieten. Beleggers op de beurs hebben meestal onvoldoende zicht op deze potentiële verwatering. Wel is het zo dat ze geruime tijd de mogelijkheid krijgen om in te stappen. Dat is een voordeel ten opzichte van een IPO. Als een IPO populair is, krijgen de inschrijvers meestal een gering toewijzing. Als een IPO niet populair is, ontvangen ze daarentegen een volledige toewijzing. Dat risico lopen beleggers bij een SPAC niet.
Bedrijven die naar de beurs willen, moeten zich meestal vele jaren voorbereiden door de steeds strengere regelgeving. Dat proces kan jaren in beslag nemen en op het laatste moment kan vanwege het slechte beursklimaat de beursgang alsnog worden afgeblazen. Een SPAC biedt voor het bedrijf dat naar de beurs wil veel meer zekerheid. Bovendien hebben jonge, snelgroeiende bedrijven niet de tijd om het IPO-proces uit te zitten. Dat is meer voor aandeelhouders die willen cashen. Jonge bedrijven moeten snel investeren om kritische massa te bereiken, zodat het product kan worden geleverd op het moment dat het wereldwijd viraal gaat. Zo’n beursgang door middel van een fusie met een SPAC gaat snel en zonder gedoe. Alles is schoon in het zo goed als nieuwe bedrijf. Alles is spac en span.
Photo by Nikola Johnny Mirkovic on Unsplash