Door de hoge inflatie is er sprake van opmerkelijk sterke bedrijfsresultaten, terwijl de angst voor een recessie zorgt voor een lage rente. De aandelenmarkt lijkt te vertrouwen op een Goudhaartje-scenario, waarin de Amerikaanse economie een zachte landing maakt en inflatie in snel tempo terugvalt tot 2 procent, dat in combinatie met verder stijgende winsten.
Toch zijn ten minste tien redenen om terughoudend te zijn:
1. De beleidsrente is nog altijd veel te laag om de inflatie omlaag te krijgen. Hogere rentes zijn nodig om de vraag te remmen met een bijbehorende diepere recessie. De markt heeft de afgelopen veertig jaar geleerd om te vertrouwen op de Fed, maar dat is dit keer onterecht. Het beleid van de Fed wordt juist gefrustreerd door het optimisme op de financiële markten. De centrale bankier is niet langer je vriend.
2. In de waardering van met name Amerikaanse aandelen is zo’n recessie niet verdisconteerd. De absolute waardering is door de combinatie van dalende koersen en stijgende winsten afgenomen, maar gerelateerd aan de rente zijn aandelen niet meer goedkoop.
3. Winstherzieningen zijn negatief terwijl de bedrijfswinsten nu nog profiteren van een stevige omzetgroei door de hoge inflatie. In combinatie met historisch hoge marges druppelde veel van die groei door naar de bedrijfswinsten. Maar de inflatie gaat dalen, waarschijnlijk tot tussen de 5 en de 7 procent en dat raakt de omzet, terwijl rente-, energie- en loonkosten nu pas echt beginnen te stijgen.
4. De dollar kan verder stijgen op het moment dat de Fed zich realiseert dat de rente verder omhoog moet. Het scenario dat de Amerikaanse centrale bank volgend jaar februari alweer de rente gaat verlagen is surrealistisch.
5. Beleggers zijn niet meer gewend aan een omgeving met hoge inflatie. Een hele generatie is gewend aan de ‘Great moderation’, bij hoge inflatie horen lagere waarderingen, zeker in combinatie met economische krimp. Don’t buy the dip.
6. Een eurocrisis is aanstaande door de hoge energieprijzen, de aanhoudende droogte en de effecten van de oorlog in Oekraïne. Reken op meer vluchtelingen door de hoge voedselprijzen in Afrika.
7. Olieprijzen kunnen verder stijgen gelet op de beperkingen aan de aanbodkant. Hoewel er nu sprake lijkt te zijn van vraaguitval, is dat een tijdelijk fenomeen na een snelle stijging. Vergeleken met de jaren zeventig geven Amerikanen veel minder uit aan energie. In Europa zorgen aardgas-, kolen- en elektriciteitsprijzen voor stevig recessie.
8. Het recente koersherstel is mogelijk gemaakt door extreem negatief sentiment als gevolg van de voorafgaande daling, maar diezelfde koersstijging zorgt voor minder negatief sentiment. Ook in een bear-markt dalen koersen niet in een rechte lijn.
9. De impact van liquiditeit op de financiële markten wordt onderschat. Iedereen focust op het rentebeleid terwijl de bedragen op het gebied van kwantitatieve verkrapping beginnen op te lopen.
10. De meerderheid van de Amerikaanse consumenten geeft aan in de komende zes maanden minder te consumeren, slechts 18 procent wil meer uitgeven. In Europa hebben consumenten vooral last van hoge energieprijzen.